Zoek woord não acontecer por pouco heeft eén resultaat
Ga naar
PT Portugees NL Nederlands
não acontecer por pouco (v) [geral] op het nippertje zijn (v) [geral]

PT NL Vertalingen voor não

não (v n) [not achieve a goal] {m} mislukken (v n) [not achieve a goal]
não (adj) [not reliable] {m} onbetrouwbaar (adj) [not reliable]
não (n) [eleição] {m} tegenstemmer (n) {m} [eleição]
não (n) [eleição] {m} tegenstemster (n) {f} [eleição]
não (v n) [not achieve a goal] {m} falen (v n) [not achieve a goal]
não (contraction n) [do not] {m} niet (contraction n) [do not]
não (o) [geral] {m} niet (o) [geral]
não (o) [exclamação] {m} nee (o) [exclamação]
não (o) [geral] {m} nee (o) [geral]
não (o) [exclamação] {m} neen (o) [exclamação]

PT NL Vertalingen voor acontecer

acontecer (v) [evento] voorkomen (v) {n} [evento]
acontecer (v) [evento] zich voordoen (v) [evento]
acontecer (v) [evento] plaatsgrijpen (v) [evento]
acontecer (v) [evento] gebeuren (v) [evento]
acontecer (v) [ocorrer] gebeuren (v) [ocorrer]
acontecer (v) [to happen] gebeuren (v) [to happen]
acontecer (v) [evento] plaatshebben (v) [evento]
acontecer (v) [to happen] plaatshebben (v) [to happen]
acontecer (v) [ocorrer] tot stand komen (v) [ocorrer]
acontecer (v) [ocorrer] geschieden (v) [ocorrer]

PT NL Vertalingen voor por

por (n adv prep adj v) [from one end to another] af (n adv prep adj v) [from one end to another]
por (n adv prep adj v) [from one end to another] naar beneden (n adv prep adj v) [from one end to another]
por (adv) [lastly] uiteindelijk (adv) [lastly]
por (adv prep conj adj) [in allusion to, in imitation of; following or referencing] naar (adv prep conj adj) [in allusion to, in imitation of; following or referencing]
por (prep adv) [everywhere] overal (prep adv) {m} [everywhere]
por (v) [objetos] naar voren brengen (v) [objetos]
por (v) [pergunta] naar voren brengen (v) [pergunta]
por (prep adv adj n) [indicates creator of a work] vanwege (prep adv adj n) [indicates creator of a work]
por (o) [dimensão] bij (o) {m} [dimensão]
por (o) [dimensão] op (o) [dimensão]

PT NL Vertalingen voor pouco

pouco (n) [quantidade] {m} spoor (n) {n} [quantidade]
pouco (o) [grau] {m} hoegenaamd niets (o) [grau]
pouco (o) [modificador] {m} hoegenaamd niets (o) [modificador]
pouco (n) [quantidade] {m} vleugje (n) {n} [quantidade]
pouco (n) [quantidade] {m} tikje (n) {n} [quantidade]
pouco (n) [quantidade] {m} tikkeltje (n) {n} [quantidade]
pouco (n) [quantidade] {m} ietsje (n) {n} [quantidade]
pouco (n v) [small amount] {m} hap (n v) {m} [small amount]
pouco (a) [quantidade] {m} klein (a) [quantidade]
pouco (o) [grau] {m} gering (o) [grau]