Zoek woord abrir passagem heeft 6 resultaten
PT Portugees NL Nederlands
abrir passagem (v) [movimento] wijken (v) [movimento]
abrir passagem (v) [movimento] uit de weg gaan (v) [movimento]
abrir passagem (v) [movimento] plaats maken (v) [movimento]
abrir passagem (v) [movimento] opzij gaan (v) [movimento]
abrir passagem (v) [movimento] opzij gaan staan (v) [movimento]
PT Portugees NL Nederlands
abrir passagem (v) [movimento] aan de kant gaan staan (v) [movimento]

PT NL Vertalingen voor abrir

abrir (v) [botão] losmaken (v) [botão]
abrir (v) [pacote] losmaken (v) [pacote]
abrir (v) [vestimenta] losmaken (v) [vestimenta]
abrir (v) [discussão] beginnen (v) [discussão]
abrir (v) [discussão] aanvangen (v) [discussão]
abrir (n v) [to set in motion] starten (n v) [to set in motion]
abrir (v) [intransitivo] openbarsten (v) [intransitivo]
abrir (v) [intransitivo] openbreken (v) {n} [intransitivo]
abrir (v) [intransitivo] barsten (v) [intransitivo]
abrir (v) [botão] losknopen (v) [botão]

PT NL Vertalingen voor passagem

passagem (n) [livros] {f} excerpt (n) {n} [livros]
passagem (n) [livros] {f} uittreksel (n) {n} [livros]
passagem (n) [livros] {f} fragment (n) {n} [livros]
passagem (n) [texto] {f} fragment (n) {n} [texto]
passagem (n) [geral] {f} passage (n) {f} [geral]
passagem (n) [livros] {f} passage (n) {f} [livros]
passagem (n) [any path through obstructed space] {f} doorgang (n) {m} [any path through obstructed space]
passagem (n) [geral] {f} doorgang (n) {m} [geral]
passagem (n v) [The act of passing over, across, or through something] {f} doortocht (n v) {m} [The act of passing over, across, or through something]
passagem (n) [a ticket granting permission to travel to a place and back again] {f} heen-en-weer (n) {m} [a ticket granting permission to travel to a place and back again]