NL PT Nederlands Portugees alfabetisch woordenboek F
- fa ... fabrieksarbeidster
- fabrieksarbeidster ... face-lift
- face-lift ... faecaal
- faecaliën ... failliet gaan
- failliet gaan ... falsificeren
- falsificeren ... familieleven
- familieleven ... fanfarekorps
- fantaseren ... farce
- farce ... fascineren
- fascineren ... fatalist
- fatalist ... fax
- fax ... federalisme
- federalisme ... federatie
- federatie ... feestdag
- feestdag ... feestnummer
- feestnummer ... fel
- fel ... feministe
- feministe ... festijn
- festival ... fibrositis
- fibrositis ... figuur
- figuur ... fijne eetwaren
- fijne eetwaren ... fiksen
- fiksen ... fiksen
- fiksen ... filigraan
- filigraan ... filmvertoning
- filologe ... filtratie
- filtratie ... finaliste
- financieel ... fingeren
- fingeren ... fixatief
- fixatief ... flacon
- flacon ... flaneren
- flaneren ... flapperen
- flapperen ... flatteren
- flatteren ... flemen
- flemen ... fleurig
- flexibel ... flirt
- flirt ... flodderig
- flodderig ... flow-chart
- flow-chart ... fluitist
- fluitist ... flush
- flush ... foelie
- foetaal ... foneem
- fonetica ... forceerbaar
- forceerbaar ... formaline
- formalisme ... formuleren
- formuleren ... fortuin
- fortuin ... fotofinish
- fotofinish ... fouilleren
- fouillering ... fraaier voorstellen dan de realiteit
- fraaier voorstellen dan de realiteit ... frappant
- frappant ... fraude
- fraude ... freelance
- freelance ... friemelen
- friemelen met ... frisjes
- frisjes ... fruithandelaar
- fruithandelaarster ... frutselen aan
- frutselen aan ... fundament
- fundament ... futiliteit
- futiliteit ... fysisch
- fysische activiteit ... föhnen