NL PT Nederlands Portugees alfabetisch woordenboek R
- R.A.F. ... raadgever
- raadgever ... raadsman
- raadsman ... raar smaakje
- raaskallen ... rachitis
- rachitis ... radio-impuls
- radio-impuls ... radius
- radja ... rag
- rag ... rakelen
- rakelings langs gaan ... rally
- rally ... raming
- raming ... raming
- raming ... rampzalig
- rampzalig ... rangtelwoord
- rani ... rapporteren
- rapporteren ... rationalisatie
- rationalisatie ... ravijn
- ravijn ... razen en tieren
- razen en tieren ... reactor
- reageerbuis ... rebelleren
- rebelleren ... recapituleren
- recapituleren ... recentelijk
- recentelijk ... rechercheur
- recht ... rechten
- rechten ... rechthoek
- rechthoek ... rechtop zitten
- rechtop zitten ... rechtsgeldig maken
- rechtsgeldigheid ... rechtuit
- rechtuit ... reclame maken
- reclame maken ... recupereren
- recupereren ... redenaarster
- redenaarster ... redetwisten
- redetwisten ... reeds
- reeds ... reformeren
- reformeren ... regeling
- regeling ... regelrecht
- regelrecht ... regentschap
- regentschap ... registratie
- registratie ... regressief
- regressief ... reikwijdte
- reikwijdte ... reisziekte
- reizen ... reken maar
- reken maar ... rekening-courant
- rekening-courant ... rekruteren
- rekruteren ... relatief voornaamwoord
- relatief voornaamwoord ... relevant zijn
- relevantie ... rendement
- rendement ... reparateur
- reparateur ... repareren
- repareren ... reporter
- reporter ... reserveband
- reserveband ... resistent
- resistent ... respecteren
- respecteren ... respiratietoestel
- respiratietoestel ... restauratrice
- restaureren ... resultaten
- resulteren in ... retsina
- reuk ... revaluatie
- revaluatie ... revisionisme
- revisionisme ... ribstuk
- richel ... ricocheren
- ricocheren ... ridicuul
- ridicuul ... rijder
- rijder ... rijke mensen
- rijke mensen ... rijksweg
- rijksweg ... rijtuig
- rijtuig ... rijzen
- rijzen ... rinoceros
- Rio de Janeiro ... ritprijs
- rits ... rivier
- rivier- ... roekeloos
- roekeloos ... roemrijk
- roemrijk ... roerend
- roerend goed ... roerloos
- roerloos ... rokkenjager
- rokkostuum ... rombus
- rombus ... rondgaan
- rondgaan ... rondslepen
- rondslingeren ... rondvaart
- rondvaart ... roofster
- roofster ... rookvlees
- rookvrij ... rotatie
- rotatie ... rottig
- rottig ... roven
- roven ... royeren
- royeren ... rubberboom
- rubberboom ... rug-
- rug- ... ruiker
- ruiker ... ruimdenkend
- ruimdenkend ... ruimen
- ruimen ... ruimtevaarder
- ruimtevaarder ... ruimtevaarster
- ruimtevaarster ... ruitersport
- ruitersport ... rustigheid
- rustigheid ... ruzie maken
- ruzie maken ... röntgenologe