Zoek woord zich wachten voor heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands IT Italiaans
zich wachten voor (v) [algemeen] guardarsi da (v) [algemeen]

NL IT Vertalingen voor zich

zich (n v) [put on clothes] portare (n v) [put on clothes]
zich (n v) [put on clothes] indossare (n v) [put on clothes]
zich (v) [to seize power] usurpare (v) [to seize power]
zich (n v) [put on clothes] mettere (n v) [put on clothes]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] vi (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] vi (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] vi (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] vi (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] vi (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] si (o) {m} [wederkerend vnw. - enk.]

NL IT Vertalingen voor wachten

wachten (v) [algemeen] {n} attendere (v) [algemeen]
wachten (v n) [delay until some event] {n} attendere (v n) [delay until some event]
wachten (v) [telefoon] {n} attendere (v) [telefoon]
wachten {n} sentire
wachten (v) [subject] {n} rimanere in sospeso (v) [subject]
wachten {n} per
wachten {n} in
wachten {n} stare
wachten (v) [algemeen] {n} aspettare (v) [algemeen]
wachten (v n) [delay until some event] {n} aspettare (v n) [delay until some event]

NL IT Vertalingen voor voor

voor (o) [plaats] {m} meno (o) {m} [plaats]
voor (o) [tijd] {m} meno (o) {m} [tijd]
voor (o) [algemeen] {m} per (o) [algemeen]
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} per (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (o) [ruil] {m} per (o) [ruil]
voor (o) [algemeen] {m} di (o) [algemeen]
voor (o) [ruil] {m} di (o) [ruil]
voor (prep) [in support of] {m} con (prep) [in support of]
voor (o) [plaats] {m} prima di (o) [plaats]
voor (o) [tijd] {m} prima di (o) [tijd]