Zoek woord zich groeperen heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands IT Italiaans
zich groeperen (v) [mensen] formare un gruppo (v) [mensen]
zich groeperen (v) [mensen] raggrupparsi (v) [mensen]

NL IT Vertalingen voor zich

zich (n v) [put on clothes] portare (n v) [put on clothes]
zich (n v) [put on clothes] indossare (n v) [put on clothes]
zich (v) [to seize power] usurpare (v) [to seize power]
zich (n v) [put on clothes] mettere (n v) [put on clothes]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] vi (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] vi (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] vi (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] vi (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] vi (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] si (o) {m} [wederkerend vnw. - enk.]

NL IT Vertalingen voor groeperen

groeperen (v) [classificatie] sistemare (v) [classificatie]
groeperen (v) [classificatie] disporre (v) [classificatie]
groeperen (v) [classificatie] ordinare (v) [classificatie]
groeperen (v) [classificatie] organizzare (v) [classificatie]
groeperen (v) [classificatie] classificare (v) [classificatie]
groeperen (v) [classificatie] raggruppare (v) {m} [classificatie]
groeperen (n v) [put together to form a group] raggruppare (n v) {m} [put together to form a group]