Zoek woord utilità heeft 15 resultaten
IT Italiaans NL Nederlands
utilità (n) [generale] {f} gepastheid (n) {f} [generale]
utilità (n) [generale] {f} geschiktheid (n) {f} [generale]
utilità (n) [importanza] {f} betekenis (n) {f} [importanza]
utilità (n) [importanza] {f} zin (n) {m} [importanza]
utilità (n) [generale] {f} nuttigheid (n) {f} [generale]
IT Italiaans NL Nederlands
utilità (n) [vantaggio] {f} nuttigheid (n) {f} [vantaggio]
utilità (n) [generale] {f} bruikbaarheid (n) {f} [generale]
utilità (n) [state or condition of being useful] {f} bruikbaarheid (n) {f} [state or condition of being useful]
utilità (n) [vantaggio] {f} bruikbaarheid (n) {f} [vantaggio]
utilità (n) [generale] {f} nut (n) {n} [generale]
utilità (n) [importanza] {f} nut (n) {n} [importanza]
utilità (n) [vantaggio] {f} nut (n) {n} [vantaggio]
utilità (n) [state or condition of being useful] {f} handigheid (n) {f} [state or condition of being useful]
utilità (n) [importanza] {f} waarde (n) {f} [importanza]
utilità (n) [importanza] {f} relevantie (n) {f} [importanza]

Italiaans Nederlands vertalingen

IT Synoniemen voor utilità NL Vertalingen
utile [beneficio] m dienstig
vantaggio [beneficio] m voorsprong {m}
bene [beneficio] m prachtig
conforto [vantaggio] m soelaas
guadagno [vantaggio] m winst {f}
agevolazione [vantaggio] f voorziening {f}
interesse [vantaggio] m belang {n}
sconto [vantaggio] m korting {f}
beneficio [vantaggio] nut {n}
esigenza [necessità] f behoefte {f}
mancanza [necessità] f tekort {n}
opportunità [necessità] f mogelijkheid {f}
urgenza [necessità] f spoedgeval {n}
bisogno [necessità] m behoefte {f}
tornaconto [opportunità] m comfort {n}
convenienza [opportunità] f gelegenheid {f}
comodo [opportunità] m gelegen
risparmio [interesse] m economie {f}
lavoro [uso] m arbeid {m}
affare [uso] m dinges {m}