Zoek woord rettitudine heeft 9 resultaten
IT Italiaans NL Nederlands
rettitudine (n) [carattere] {f} oprechtheid (n) {f} [carattere]
rettitudine (n) [comportamento] {f} oprechtheid (n) {f} [comportamento]
rettitudine (n) [comportamento morale] {f} oprechtheid (n) {f} [comportamento morale]
rettitudine (n) [carattere] {f} rechtschapenheid (n) {f} [carattere]
rettitudine (n) [comportamento] {f} rechtschapenheid (n) {f} [comportamento]
IT Italiaans NL Nederlands
rettitudine (n) [comportamento morale] {f} rechtschapenheid (n) {f} [comportamento morale]
rettitudine (n) [carattere] {f} deugdzaamheid (n) {f} [carattere]
rettitudine (n) [comportamento] {f} deugdzaamheid (n) {f} [comportamento]
rettitudine (n) [comportamento morale] {f} deugdzaamheid (n) {f} [comportamento morale]

Italiaans Nederlands vertalingen

IT Synoniemen voor rettitudine NL Vertalingen
onestà [lealtà] f naïviteit {f}
diligenza [lealtà] f koets
scrupolosità [lealtà] f nauwkeurigheid {f}
senso del dovere [lealtà] m plichtsgevoel {n}
coscienza [lealtà] f bewustzijn {n}
probità [rigore] f deugdzaamheid {f}
giustizia [rigore] f rechtspraak {m}
imparzialità [equità] f onpartijdigheid {f}
equanimità [equità] gelijkmoedigheid
innocenza [probità] f onschuld {m}
integrità [probità] f totaliteit {f}
sincerità [onestà] f oprechtheid {f}
schiettezza [onestà] f oprechtheid {f}
franchezza [onestà] f oprechtheid {f}
fedeltà [onestà] f aanhang {m}
fede [onestà] f geloof {n}
lealtà [onestà] f aanhang {m}
purezza [integrità] f zedigheid {f}
nettezza [integrità] f reinheid {f}
durezza [austerità] f harteloosheid {f}