mettere in pratica vertaling - Nederlands Italiaans vertaling voor mettere in pratica

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Italiaans / M / mettere in pratica

Zoek woord mettere in pratica heeft eén resultaat

Ga naar

IT	Italiaans	NL	Nederlands
	mettere in pratica (v) [idea]		in praktijk brengen (v) [idea]

IT NL Vertalingen voor mettere

	mettere (n v) [put on clothes] mettendo avrai messo avranno messo		aantrekken (n v) [put on clothes] aangetrokken trekt aan trekken aan trok aan trokken aan
	mettere (v) [applicare] mettendo avrai messo avranno messo		aanbrengen (v) [applicare] aangebracht brengt aan brengen aan bracht aan brachten aan
	mettere (v) [applicare] mettendo avrai messo avranno messo		inwrijven (v) [applicare] ingewreven wrijven in wrijft in wreef in wreven in
	mettere (v) [applicare] mettendo avrai messo avranno messo		opleggen (v) {n} [applicare] opgelegd legt op leggen op legden op legde op
	mettere (v) [differenza] mettendo avrai messo avranno messo		betalen (v) [differenza] betaald betalen betaalt betaalden betaalde
	mettere (v) [differenza] mettendo avrai messo avranno messo		bijleggen (v) [differenza] bijgelegd leggen bij legt bij legde bij legden bij
	mettere (v) [differenza] mettendo avrai messo avranno messo		bijpassen (v) [differenza] bijgepast passen bij past bij pasten bij paste bij
	mettere (v) [movimento] mettendo avrai messo avranno messo		zetten (v) [movimento] gezet zet zetten zetten zette
	mettere (v) [oggetti] mettendo avrai messo avranno messo		zetten (v) [oggetti] gezet zet zetten zetten zette
	mettere (v n adj) [to put something down] mettendo avrai messo avranno messo		zetten (v n adj) [to put something down] gezet zet zetten zetten zette

IT NL Vertalingen voor in

	in		opletten
	in (o) [direzione]		naar (o) [direzione]
	in (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]		naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
	in		wachten {n}
	in (o) [direzione]		bij (o) {m} [direzione]
	in (o) [in ogni]		bij (o) {m} [in ogni]
	in (o) [preposizione]		bij (o) {m} [preposizione]
	in (o) [prossimità]		bij (o) {m} [prossimità]
	in (o) [direzione]		op (o) [direzione]
	in (o) [in ogni]		op (o) [in ogni]

IT NL Vertalingen voor pratica

	pratica (n) [abitudine] {f}		gebruik (n) {n} [abitudine]
	pratica (n) [abitudine] {f}		gewoonte (n) {f} [abitudine]
	pratica (n) [abitudine] {f}		praktijk (n) {m} [abitudine]
	pratica (n) [generale] {f}		praktijk (n) {m} [generale]
	pratica (n) [istruzione] {f}		praktijk (n) {m} [istruzione]
	pratica (n) [professione] {f}		praktijk (n) {m} [professione]
	pratica (n) [istruzione] {f}		oefening (n) {f} [istruzione]
	pratica (n) [destrezza] {f}		ervaring (n) {f} [destrezza]
	pratica (n) [destrezza] {f}		leerschool (n) {m} [destrezza]
	pratica (n) [abitudine] {f}		conventie (n) {f} [abitudine]

Italiaans Nederlands vertalingen

IT	Synoniemen voor mettere in pratica	NL	Vertalingen
	attuare [eseguire]		voldoen
	utilizzare [eseguire]		gebruiken
	applicare [eseguire]		benutten
	pratica [in pratica] f		praktijk {m}