Zoek woord intervenire in aiuto di qualcuno heeft 5 resultaten
Ga naar

IT NL Vertalingen voor intervenire

intervenire (v) [discussione] onderbreken (v) [discussione]
intervenire (v) [autorità] optreden (v) {n} [autorità]
intervenire (v) [discussione] ertussen komen (v) [discussione]
intervenire (v) [discussione] in de rede vallen (v) [discussione]
intervenire (v) [discussione] opmerkingen maken (v) [discussione]
intervenire (v) [evento] zich voordoen (v) [evento]
intervenire (v) [evento] plaatsgrijpen (v) [evento]
intervenire (v) [discussione] tussenbeide komen (v) [discussione]
intervenire (v) [autorità] ingrijpen (v) [autorità]
intervenire (v) [discussione] interveniëren (v) [discussione]

IT NL Vertalingen voor in

in opletten
in (o) [direzione] naar (o) [direzione]
in (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
in wachten {n}
in (o) [direzione] bij (o) {m} [direzione]
in (o) [in ogni] bij (o) {m} [in ogni]
in (o) [preposizione] bij (o) {m} [preposizione]
in (o) [prossimità] bij (o) {m} [prossimità]
in (o) [direzione] op (o) [direzione]
in (o) [in ogni] op (o) [in ogni]

IT NL Vertalingen voor aiuto

aiuto (n) [donna] {m} bediende (n) {m} [donna]
aiuto (n) [uomo] {m} bediende (n) {m} [uomo]
aiuto (n) [assistenza] {m} bijstand (n) {m} [assistenza]
aiuto (n v) [help; succor; assistance; relief] {m} bijstand (n v) {m} [help; succor; assistance; relief]
aiuto (n) [risultato] {m} bijstand (n) {m} [risultato]
aiuto (n) [soccorso] {m} bijstand (n) {m} [soccorso]
aiuto (n) [sostegno] {m} bijstand (n) {m} [sostegno]
aiuto (n) [assistenza] {m} steun (n) {m} [assistenza]
aiuto (n) [risultato] {m} steun (n) {m} [risultato]
aiuto (n) [soccorso] {m} steun (n) {m} [soccorso]

IT NL Vertalingen voor di

di (a) [generale] net (a) {n} [generale]
di (conj prep adv) [Introduces a comparison] dan (conj prep adv) [Introduces a comparison]
di (o) [soggetto] betreffende (o) [soggetto]
di (o) [su] betreffende (o) [su]
di (o) [soggetto] omtrent (o) [soggetto]
di (o) [su] omtrent (o) [su]
di (o) [soggetto] over (o) [soggetto]
di (o) [su] over (o) [su]
di (o) [soggetto] met betrekking tot (o) [soggetto]
di (o) [su] met betrekking tot (o) [su]

IT NL Vertalingen voor qualcuno

qualcuno (o) [pronome indefinito - interrogativo] iemand (o) [pronome indefinito - interrogativo]
qualcuno (o) [pronome indefinito - masch.] iemand (o) [pronome indefinito - masch.]
qualcuno (pronoun n) [some person] iemand (pronoun n) [some person]
qualcuno (pronoun n) [some unspecified person] iemand (pronoun n) [some unspecified person]