Zoek woord fare qualcosa in cambio heeft eén resultaat
Ga naar
IT Italiaans NL Nederlands
fare qualcosa in cambio (v) [gratitudine] een tegenprestatie leveren (v) [gratitudine]

IT NL Vertalingen voor fare

fare (v) [telefono] draaien (v) {n} [telefono]
fare (v) [generale] verhinderen (v) [generale]
fare (v) [discorso] afsteken (v) [discorso]
fare (v) [compito] voltooien (v) [compito]
fare (v) [compito] afmaken (v) [compito]
fare (v) [compito] afwerken (v) [compito]
fare (v) [muscoli] aantrekken (v) [muscoli]
fare (v) [generale] voorkomen (v) {n} [generale]
fare (v) [muscoli] spannen (v) [muscoli]
fare (v) [essere colpa di] helpen (v) [essere colpa di]

IT NL Vertalingen voor qualcosa

qualcosa (o) [generale] net (o) {n} [generale]
qualcosa (o) [generale] nauwelijks (o) [generale]
qualcosa (o) [generale] amper (o) [generale]
qualcosa (o) [generale] ternauwernood (o) [generale]
qualcosa (o) [generale] wat (o) [generale]
qualcosa (o) [generale] iets (o) [generale]
qualcosa (pronoun adj adv v n) [unspecified object] iets (pronoun adj adv v n) [unspecified object]
qualcosa (o) [generale] eventjes (o) [generale]

IT NL Vertalingen voor in

in opletten
in (o) [direzione] naar (o) [direzione]
in (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
in wachten {n}
in (o) [direzione] bij (o) {m} [direzione]
in (o) [in ogni] bij (o) {m} [in ogni]
in (o) [preposizione] bij (o) {m} [preposizione]
in (o) [prossimità] bij (o) {m} [prossimità]
in (o) [direzione] op (o) [direzione]
in (o) [in ogni] op (o) [in ogni]

IT NL Vertalingen voor cambio

cambio (n v) [the process of becoming different] {m} verandering (n v) {f} [the process of becoming different]
cambio (n v) [the process of becoming different] {m} aanpassing (n v) {f} [the process of becoming different]
cambio (n v) [act of exchanging or trading] {m} uitwisseling (n v) {f} [act of exchanging or trading]
cambio (n v int) [motor car transmission] {m} versnelling (n v int) {f} [motor car transmission]
cambio (n) [gratitudine] {m} tegenprestatie (n) {f} [gratitudine]
cambio (n) [attività bancaria] {m} wisselen (n) {n} [attività bancaria]
cambio (n) [attività bancaria] {m} wisselkoers (n) {m} [attività bancaria]
cambio (n) [attività bancaria] {m} schuldbekentenis (n) {f} [attività bancaria]
cambio (n) [attività bancaria] {m} wissel (n) {m} [attività bancaria]
cambio (v n) [change of workers] {m} ploegendienst (v n) [change of workers] (v n)