Zoek woord avere un incidente heeft 2 resultaten
Ga naar
IT Italiaans NL Nederlands
avere un incidente (v) [incidente] een ongeluk hebben (v) [incidente]
avere un incidente (v) [incidente] een ongeval hebben (v) [incidente]

IT NL Vertalingen voor avere

avere (v) [chirurgia] ondergaan (v) [chirurgia]
avere (v) [problema] mankeren (v) [problema]
avere (v) [problema] schelen (v) [problema]
avere (v) [generale] hebben (v) [generale]
avere (v) [profitto] maken (v) [profitto]

IT NL Vertalingen voor un

un (a) [determinante indefinito] enig (a) [determinante indefinito]
un (a) [generale] enig (a) [generale]
un (a) [determinante indefinito] een zekere (a) [determinante indefinito]
un (a) [generale] een zekere (a) [generale]
un (a) [determinante indefinito] één of andere (a) [determinante indefinito]
un (a) [generale] één of andere (a) [generale]
un (o) [articolo indeterminativo] een (o) {m} [articolo indeterminativo]
un (a) [determinante indefinito] een (a) {m} [determinante indefinito]
un (a) [generale] een (a) {m} [generale]
un (conj n prep) [indefinite article] een (conj n prep) {m} [indefinite article]

IT NL Vertalingen voor incidente

incidente (n) [evento] {m} gebeurtenis (n) {f} [evento]
incidente (n) [evento] {m} botsing (n) {f} [evento]
incidente (n) [traffico] {m} botsing (n) {f} [traffico]
incidente (n adj v) [vehicle accident] {m} botsing (n adj v) {f} [vehicle accident]
incidente (n) [evento] {m} evenement (n) {n} [evento]
incidente (n) [evento] {m} incident (n) {n} [evento]
incidente (n) [evento] {m} voorval (n) {n} [evento]
incidente (n) [generale] {m} ongelukje (n) {n} [generale]
incidente (n) [generale] {m} tegenvaller (n) {m} [generale]
incidente (n) [evento] {m} ongeluk (n) {n} [evento]