Zoek woord austerità heeft 14 resultaten
IT Italiaans NL Nederlands
austerità (n) [carattere] {f} ascese (n) {f} [carattere]
austerità (n) [sobrietà] {f} ascese (n) {f} [sobrietà]
austerità (n) [carattere] {f} matiging (n) {f} [carattere]
austerità (n) [sobrietà] {f} matiging (n) {f} [sobrietà]
austerità (n) [carattere] {f} strengheid (n) {f} [carattere]
IT Italiaans NL Nederlands
austerità (n) [sobrietà] {f} strengheid (n) {f} [sobrietà]
austerità (n) [carattere] {f} onbuigzaamheid (n) {f} [carattere]
austerità (n) [sobrietà] {f} onbuigzaamheid (n) {f} [sobrietà]
austerità (n) [carattere] {f} gestrengheid (n) {f} [carattere]
austerità (n) [sobrietà] {f} gestrengheid (n) {f} [sobrietà]
austerità (n) [carattere] {f} striktheid (n) {f} [carattere]
austerità (n) [sobrietà] {f} striktheid (n) {f} [sobrietà]
austerità (n) [carattere] {f} soberheid (n) {f} [carattere]
austerità (n) [sobrietà] {f} soberheid (n) {f} [sobrietà]

Italiaans Nederlands vertalingen

IT Synoniemen voor austerità NL Vertalingen
continenza [castità] f zelfbeheersing {f}
astinenza [castità] f onthouding {f}
limitazione [restrizione] f inhouding {f}
rigore [rigidezza] m striktheid {f}
rigidità [rigidezza] f onbuigzaamheid {f}
gravità [gravezza] f zwaartekracht {m}
solennità [gravezza] f plechtigheid {f}
temperanza [moderazione] gematigheid (n)
frugalità [moderazione] f zuinigheid {f}
sobrietà [moderazione] f nuchterheid {f}
moderazione [sobrietà] f matigheid {f}
misura [sobrietà] f stap {m}
economia [sobrietà] f economie {f}
gravezza [austerità] f zwaarte {f}
discrezione [misura] f discretie {f}
modestia [misura] f eenvoud {m}
autocontrollo [misura] m kalmte {f}
equanimità [misura] gelijkmoedigheid
compostezza [misura] f kalmte {f}
prudenza [misura] f oplettendheid {f}