Zoek woord zich verspreiden heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands FR Frans
zich verspreiden [mensen] se déployer [mensen]
zich verspreiden [mensen] s'ouvrir en éventail [mensen]

NL FR Vertalingen voor zich

zich (v) [survive; to do well enough] se débrouiller (v) [survive; to do well enough]
zich (n v) [clothe] habiller (n v) [clothe]
zich (n v) [put on clothes] mettre (n v) [put on clothes]
zich (v) [to seize power] usurper (v) [to seize power]
zich (n v) [put on clothes] enfiler (n v) [put on clothes]
zich [wederkerend vnw. - enk.] vous [wederkerend vnw. - enk.]
zich [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] vous [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich [wederkerend voornaamwoord] vous [wederkerend voornaamwoord]
zich [wederkerend voornaamwoord - mv.] vous [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] vous [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]

NL FR Vertalingen voor verspreiden

verspreiden [ruiken] dégager [ruiken]
verspreiden (n) [(transitive) to disseminate, make known or present] répandre (n) [(transitive) to disseminate, make known or present]
verspreiden [algemeen] répandre [algemeen]
verspreiden [idee] répandre [idee]
verspreiden [nieuws] répandre [nieuws]
verspreiden [ruiken] répandre [ruiken]
verspreiden (n) [to disperse, scatter] répandre (n) [to disperse, scatter]
verspreiden (n) [to stretch out, expand] répandre (n) [to stretch out, expand]
verspreiden [uitspreiden] répandre [uitspreiden]
verspreiden [verstrooien] répandre [verstrooien]