NL FR Nederlands Frans alfabetisch woordenboek Z
- zaad ... zaadhandelaar
- zaadhandelaarster ... zacht wrikken
- zacht wrikken ... zachter maken
- zachter maken ... zadelmakerij
- zadelmakerij ... zakgeld
- zakgeld ... zal berechten
- zal berechten ... zal voorgetreden zijn
- zal voorgetreden zijn ... zandzegge
- zandzegge ... ze
- ze ... zedenleer
- zedenleer ... zeekapitein
- zeekapitein ... zeer
- zeer ... zeer sterk
- zeer sterk ... zeeweg
- zeeweg ... zeilen
- zeilen ... zeker
- zeker ... zelfbedieningsgroothandel
- zelfbedieningsgroothandel ... zelfingenomenheid
- zelfkant ... zelfvertrouwen
- zelfvertrouwen ... zemelen
- zendeling ... zenuwen
- zenuwinstorting ... zetel
- zetel ... zeveren
- zich ... zich aankleden
- zich aankleden ... zich aanpassen
- zich aanpassen ... zich aantrekken
- zich aantrekken ... zich acclimatiseren
- zich acclimatiseren ... zich afvragen
- zich afzijdig houden van ... zich bedenken
- zich bedenken ... zich beklagen
- zich beklagen ... zich bewegen
- zich bewegen ... zich bezinnen op
- zich bezinnen op ... zich conformeren aan
- zich de keel uithangen ... zich druk maken om
- zich druk maken om ... zich gedragen
- zich gedragen ... zich identificeren
- zich identificeren ... zich inschrijven
- zich inschrijven ... zich kronkelen
- zich kronkelen ... zich nestelen
- zich nestelen ... zich onthouden
- zich onthouden ... zich op de hals halen
- zich op de hals halen ... zich opeenstapelen
- zich opeenstapelen ... zich opmaken
- zich opmaken ... zich reppen
- zich reppen ... zich slingeren
- zich slingeren ... zich uit de slag trekken
- zich uit de slag trekken ... zich uitputten
- zich uitputten ... zich uitschrijven
- zich uitschrijven ... zich van het lijf houden
- zich van het lijf houden ... zich vergissen
- zich vergissen in ... zich verplaatsen
- zich verplaatsen ... zich verwaardigen
- zich verwaardigen ... zich verzetten
- zich verzetten ... zich vol zuipen
- zich vol zuipen ... zich wreken op
- zich wurmen door ... zicht
- zicht ... ziekbed
- ziekbed ... ziekenzaal
- ziekenzuster ... zielepiet
- zielepiet ... zien kwijt te raken
- zien kwijt te raken ... zigzaggen
- zigzaggen ... zijn beklag doen bij
- zijn beklag doen bij ... zijn horizon uitbreiden
- zijn horizon uitbreiden ... zijn tol eisen
- zijn uiterste best doen om ... zinloos
- zinloos ... zinnens zijn
- zinnens zijn ... zitting houden
- zitvlak ... zoals verwacht
- zodanig ... zoethouden
- zoethouden ... zogenaamd
- zogenaamd ... zoiets
- zoiets ... zondag
- zondagsontbijt ... zonder armen
- zonder armen ... zonder fantasie
- zonder fantasie ... zonder makelaar
- zonder makelaar ... zonder onderbreking
- zonder onderbreking ... zonder snelheidsbeperking
- zonder snelheidsbeperking ... zonder verbeeldingskracht
- zonder verbeeldingskracht ... zonderlinge
- zondermeer ... zonnesteek
- zonnesteek ... zorgen
- zorgen ... zotternij
- zotternij ... zou hebben geconcretiseerd
- zou hebben geneuteld ... zouden afstoppen
- zouden afstoppen ... zouden terechtkomen
- zouden wegsnijden ... zozeer
- zozeer ... zuigeling
- zuigeling ... zuinigheid
- zuinigheid ... zuivelbedrijf
- zuivelbedrijf ... zullen aanhobbelen
- zullen aanhobbelen ... zult aangegroeid zijn
- zult aangehangen hebben ... zurkel
- zus en zo ... zwaardvis
- zwaardvis ... zwaarmoedig
- zwaarmoedig ... zwaartekracht
- zwaartekracht ... zwakheid
- zwakheid ... zwammen
- zwammen ... zware kritiek leveren op
- zware waterstof ... zweempje
- zweep ... zwembroek
- zwemmen ... zwenken
- zwenken ... zwenken
- zwenken ... zwier
- zwier ... zwoegen op
- zwoegen op ... zygote