Zoek woord zich snel vermeerderen heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands FR Frans
zich snel vermeerderen [dieren] pulluler [dieren]

NL FR Vertalingen voor zich

zich (v) [survive; to do well enough] se débrouiller (v) [survive; to do well enough]
zich (n v) [clothe] habiller (n v) [clothe]
zich (n v) [put on clothes] mettre (n v) [put on clothes]
zich (v) [to seize power] usurper (v) [to seize power]
zich (n v) [put on clothes] enfiler (n v) [put on clothes]
zich [wederkerend vnw. - enk.] vous [wederkerend vnw. - enk.]
zich [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] vous [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich [wederkerend voornaamwoord] vous [wederkerend voornaamwoord]
zich [wederkerend voornaamwoord - mv.] vous [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] vous [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]

NL FR Vertalingen voor snel

snel [haast] vif [haast]
snel [snelheid] vif [snelheid]
snel [snelheid] vif [snelheid]
snel [tijd] vif [tijd]
snel [tijd] vif [tijd]
snel [haast] vivement [haast]
snel [snelheid] vivement [snelheid]
snel [snelheid] vivement [snelheid]
snel [tijd] vivement [tijd]
snel [tijd] vivement [tijd]

NL FR Vertalingen voor vermeerderen

vermeerderen [bedrag] relever [bedrag]
vermeerderen [verhogen] relever [verhogen]
vermeerderen [versterken] relever [versterken]
vermeerderen (v adj) [to grow in number] accumuler (v adj) [to grow in number]
vermeerderen (v adj) [to pile up] accumuler (v adj) [to pile up]
vermeerderen [algemeen] augmenter [algemeen]
vermeerderen [bedrag] augmenter [bedrag]
vermeerderen [verhogen] augmenter [verhogen]
vermeerderen [versterken] augmenter [versterken]
vermeerderen [algemeen] accroître [algemeen]