Zoek woord y avoir matière à soupçon heeft 2 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
y avoir matière à soupçon (v) [doute] een luchtje zitten aan (v) [doute]
y avoir matière à soupçon (v) [doute] verdacht zijn (v) [doute]

FR NL Vertalingen voor y

y daar
y (adv int n pronoun) [in or at that place] daar (adv int n pronoun) [in or at that place]
y (o) [lieu] daar (o) [lieu]
y (o) [lieu] aldaar (o) [lieu]
y (adv int n pronoun) [to or into that place; thither] aldaar (adv int n pronoun) [to or into that place; thither]
y (o) [lieu] op die plaats (o) [lieu]
y (o) [droit] daartoe (o) [droit]
y (adv int n pronoun) [in or at that place] ginder (adv int n pronoun) [in or at that place]
y (o) [lieu] ginder (o) [lieu]
y (o) [lieu] ginds (o) [lieu]

FR NL Vertalingen voor avoir

avoir (n) [comptabilité] {m} vermogen (n) {n} [comptabilité]
avoir (n v) [to feel very sad about] {m} betreuren (n v) [to feel very sad about]
avoir (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {m} zijn (v) {n} [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
avoir (n) [biens] {m} bezit (n) {n} [biens]
avoir (n) [biens] {m} bezitting (n) {f} [biens]
avoir (n) [biens] {m} goed (n) {n} [biens]
avoir {m} hebben
avoir (v) [général] {m} hebben (v) [général]

FR NL Vertalingen voor matière

matière (adj n v) [particular area of study] {f} vak (adj n v) {n} [particular area of study]
matière (n) [affaire] {f} aangelegenheid (n) {f} [affaire]
matière (n) [affaire] {f} zaak (n) {m} [affaire]
matière (n) [thème] {f} onderwerp (n) {n} [thème]
matière (n) [objets] {f} materiaal (n) {n} [objets]
matière (adj n v) [particular area of study] {f} vakgebied (adj n v) {n} [particular area of study]
matière (n) [thème] {f} thema (n) {n} [thème]
matière (n) [physique] {f} materie (n) {f} [physique]
matière (n) [objets] {f} stof (n) {n} [objets]
matière (n) [objets] {f} substantie (n) {f} [objets]

FR NL Vertalingen voor soupçon

soupçon (n) [quantité] {m} spoor (n) {n} [quantité]
soupçon (n) [ressemblance] {m} spoor (n) {n} [ressemblance]
soupçon (n) [signe] {m} spoor (n) {n} [signe]
soupçon (n) [crime] {m} vermoeden (n) {n} [crime]
soupçon (n) [opinion] {m} vermoeden (n) {n} [opinion]
soupçon (n) [sentiments] {m} wantrouwen (n) {n} [sentiments]
soupçon (n) [sentiments] {m} argwaan (n) {m} [sentiments]
soupçon (n) [sentiments] {m} achterdocht (n) {m} [sentiments]
soupçon (n) [crime] {m} verdenking (n) {f} [crime]
soupçon (n) [opinion] {m} verdenking (n) {f} [opinion]