Zoek woord Tweede Slag bij het Schooneveld heeft eén resultaat
Ga naar

NL FR Vertalingen voor tweede

tweede [dingen] {n} dernier {m} [dingen]
tweede [competitie - man] {n} seconde {f} [competitie - man]
tweede [competitie - vrouw] {n} seconde {f} [competitie - vrouw]
tweede [rangtelwoord] {n} seconde {f} [rangtelwoord]
tweede [competitie - man] {n} second {m} [competitie - man]
tweede [competitie - vrouw] {n} second {m} [competitie - vrouw]
tweede [dingen] {n} second {m} [dingen]
tweede [rangtelwoord] {n} second {m} [rangtelwoord]
tweede [rangtelwoord] {n} second {m} [rangtelwoord]
tweede [rangtelwoord] {n} second {m} [rangtelwoord]

NL FR Vertalingen voor slag

slag [sport - zwemmen] {m} brassée {f} [sport - zwemmen]
slag [geluid] {m} fracas {m} [geluid]
slag [militair] {m} accrochage {m} [militair]
slag [militair] {m} conflit {m} [militair]
slag (n v) [particular style of swimming] {m} brasse (n v) {f} [particular style of swimming]
slag (v n) [act of striking or hitting] {m} coup (v n) {m} [act of striking or hitting]
slag (n v) [act of striking with a weapon] {m} coup (n v) {m} [act of striking with a weapon]
slag [algemeen] {m} coup {m} [algemeen]
slag [beweging] {m} coup {m} [beweging]
slag [geluid] {m} coup {m} [geluid]

NL FR Vertalingen voor bij

bij (prep adv adj n) [near, or next to] {m} au bord de (prep adv adj n) [near, or next to]
bij [dimensie] {m} sur [dimensie]
bij [in het gezelschap van] {m} près de [in het gezelschap van]
bij [ligging] {m} près de [ligging]
bij [nabijheid] {m} près de [nabijheid]
bij [in het gezelschap van] {m} à côté de [in het gezelschap van]
bij [ligging] {m} à côté de [ligging]
bij [nabijheid] {m} à côté de [nabijheid]
bij (prep adv adj n) [near, or next to] {m} à côté de (prep adv adj n) [near, or next to]
bij [in het gezelschap van] {m} proche de [in het gezelschap van]

NL FR Vertalingen voor het

het (n v abbr) [work, suffice] aller (n v abbr) [work, suffice]
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] ce [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] ce [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] ça [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] ça [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] cela [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] cela [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het le
het (article adv) [article] le (article adv) [article]
het [bepaald lidwoord] le [bepaald lidwoord]