Zoek woord rijden door heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands FR Frans
rijden door [voertuigen] passer en voiture [voertuigen]
rijden door [voertuigen] traverser [voertuigen]

NL FR Vertalingen voor rijden

rijden [auto's] conduire [auto's]
rijden (v n) [convey (a person, etc) in a wheeled motorized vehicle] conduire (v n) [convey (a person, etc) in a wheeled motorized vehicle]
rijden (v n) [operate (a wheeled motorized vehicle)] conduire (v n) [operate (a wheeled motorized vehicle)]
rijden [voertuigen] conduire [voertuigen]
rijden (v n) [to be transported in a vehicle as a passenger] monter (v n) [to be transported in a vehicle as a passenger]
rijden (v n) [to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.] monter (v n) [to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.]
rijden [auto's] conduire une voiture [auto's]
rijden [voertuigen] conduire une voiture [voertuigen]
rijden [auto's] rouler [auto's]
rijden (v n) [to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.] rouler (v n) [to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.]

NL FR Vertalingen voor door

door (prep adv adj n) [indicates creator of a work] de (prep adv adj n) [indicates creator of a work]
door [reden] comme [reden]
door [algemeen] par suite de [algemeen]
door [bijwoord] par suite de [bijwoord]
door [deling] par suite de [deling]
door [middel] par suite de [middel]
door [reden] par suite de [reden]
door [tijd] par suite de [tijd]
door [algemeen] à cause de [algemeen]
door (adv prep conj adj) [as a result of] à cause de (adv prep conj adj) [as a result of]