Zoek woord mélancolie heeft 24 resultaten
FR Frans NL Nederlands
mélancolie (n) [psychologie] {f} rottig gevoel (n) {n} [psychologie]
mélancolie (n) [état émotionnel] {f} verdrietigheid (n) {f} [état émotionnel]
mélancolie (n) [sentiments] {f} verdrietigheid (n) {f} [sentiments]
mélancolie (n) [psychologie] {f} verdrietigheid (n) {f} [psychologie]
mélancolie (n) [état émotionnel] {f} weemoed (n) {m} [état émotionnel]
FR Frans NL Nederlands
mélancolie (n) [sentiments] {f} weemoed (n) {m} [sentiments]
mélancolie (n) [psychologie] {f} weemoed (n) {m} [psychologie]
mélancolie (n) [état émotionnel] {f} melancholie (n) {f} [état émotionnel]
mélancolie (n) [sentiments] {f} melancholie (n) {f} [sentiments]
mélancolie (n) [psychologie] {f} melancholie (n) {f} [psychologie]
mélancolie (n) [état émotionnel] {f} rottig gevoel (n) {n} [état émotionnel]
mélancolie (n) [sentiments] {f} rottig gevoel (n) {n} [sentiments]
mélancolie (n) [psychologie] {f} somberheid (n) {f} [psychologie]
mélancolie (n) [état émotionnel] {f} zwaarmoedigheid (n) {f} [état émotionnel]
mélancolie (n) [sentiments] {f} zwaarmoedigheid (n) {f} [sentiments]
mélancolie (n) [psychologie] {f} zwaarmoedigheid (n) {f} [psychologie]
mélancolie (n) [état émotionnel] {f} mistroostigheid (n) {f} [état émotionnel]
mélancolie (n) [sentiments] {f} mistroostigheid (n) {f} [sentiments]
mélancolie (n) [psychologie] {f} mistroostigheid (n) {f} [psychologie]
mélancolie (n) [état émotionnel] {f} droefheid (n) {f} [état émotionnel]
mélancolie (n) [sentiments] {f} droefheid (n) {f} [sentiments]
mélancolie (n) [psychologie] {f} droefheid (n) {f} [psychologie]
mélancolie (n) [état émotionnel] {f} somberheid (n) {f} [état émotionnel]
mélancolie (n) [sentiments] {f} somberheid (n) {f} [sentiments]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor mélancolie NL Vertalingen
peine [tristesse] f harteleed (n)
tourment [tristesse] m kwelling {f}
souffrance [tristesse] f lijden {n}
chagrin [tristesse] m chagrijn
amertume [tristesse] f verbittering {f}
deuil [tristesse] m sterfgeval {n}
consternation [tristesse] f teleurstelling {f}
désespoir [tristesse] m radeloosheid {f}
épreuve [tristesse] f bezoeking
affliction [tristesse] f aandoening {f}
douleur [tristesse] f harteleed (n)
dégoût [découragement] m afschuw {m}
dépit [découragement] m irritatie {f}
rancœur [découragement] f wrevel {m}
ressentiment [découragement] m misnoegen {n}
déplaisir [découragement] m afkeuring {f}
accablement [abattement] m zwaarheid {f}
désolation [abattement] f smart {m}
tristesse [abattement] f ongelukkigheid (n)
stupéfaction [abattement] f verwondering {f}