Zoek woord lijden heeft 45 resultaten
NL Nederlands FR Frans
lijden [gevoelstoestand] {n} peine de cœur {f} [gevoelstoestand]
lijden [zintuiglijke gewaarwording] {n} souffrance {f} [zintuiglijke gewaarwording]
lijden [algemeen] {n} douleur {f} [algemeen]
lijden [gevoelstoestand] {n} douleur {f} [gevoelstoestand]
lijden [zintuiglijke gewaarwording] {n} douleur {f} [zintuiglijke gewaarwording]
NL Nederlands FR Frans
lijden [gevolgen] {n} subir [gevolgen]
lijden [pijn] {n} subir [pijn]
lijden [verlies] {n} subir [verlies]
lijden [algemeen] {n} torture {f} [algemeen]
lijden [gevoelstoestand] {n} torture {f} [gevoelstoestand]
lijden [zintuiglijke gewaarwording] {n} torture {f} [zintuiglijke gewaarwording]
lijden [algemeen] {n} peine de cœur {f} [algemeen]
lijden [gevoelstoestand] {n} souffrance {f} [gevoelstoestand]
lijden [algemeen] {n} désespoir {m} [algemeen]
lijden [gevoelstoestand] {n} désespoir {m} [gevoelstoestand]
lijden [algemeen] {n} désolation {f} [algemeen]
lijden [gevoelstoestand] {n} désolation {f} [gevoelstoestand]
lijden [algemeen] {n} tourment {m} [algemeen]
lijden [gevoelstoestand] {n} tourment {m} [gevoelstoestand]
lijden [zintuiglijke gewaarwording] {n} tourment {m} [zintuiglijke gewaarwording]
lijden [algemeen] {n} supplice {m} [algemeen]
lijden [gevoelstoestand] {n} supplice {m} [gevoelstoestand]
lijden [zintuiglijke gewaarwording] {n} supplice {m} [zintuiglijke gewaarwording]
lijden [algemeen] {n} affliction {f} [algemeen]
lijden [verlies] {n} essuyer [verlies]
lijden [algemeen] {n} angoisse {f} [algemeen]
lijden [gevoelstoestand] {n} angoisse {f} [gevoelstoestand]
lijden (n) [a state of pain, suffering, distress or agony] {n} détresse (n) {f} [a state of pain, suffering, distress or agony]
lijden [gevolgen] {n} éprouver [gevolgen]
lijden [verlies] {n} éprouver [verlies]
lijden [pijn] {n} souffrir [pijn]
lijden (v) [to feel pain] {n} souffrir (v) [to feel pain]
lijden (v) [to undergo hardship] {n} souffrir (v) [to undergo hardship]
lijden (n) [a state of pain, suffering, distress or agony] {n} affliction (n) {f} [a state of pain, suffering, distress or agony]
lijden [gevolgen] {n} essuyer [gevolgen]
lijden [gevoelstoestand] {n} affliction {f} [gevoelstoestand]
lijden [zintuiglijke gewaarwording] {n} affliction {f} [zintuiglijke gewaarwording]
lijden [algemeen] {n} mal {m} [algemeen]
lijden [gevoelstoestand] {n} mal {m} [gevoelstoestand]
lijden [zintuiglijke gewaarwording] {n} mal {m} [zintuiglijke gewaarwording]
lijden [algemeen] {n} chagrin {m} [algemeen]
lijden [gevoelstoestand] {n} chagrin {m} [gevoelstoestand]
lijden [zintuiglijke gewaarwording] {n} chagrin {m} [zintuiglijke gewaarwording]
lijden [algemeen] {n} souffrance {f} [algemeen]
lijden (adj n) [condition] {n} souffrance (adj n) {f} [condition]
NL Synoniemen voor lijden FR Vertalingen
ondervinden [doorstaan] éprouver
verduren [doorstaan] tenir le coup (informal)
ondergaan [doorstaan] éprouver
gedogen [dulden] supporter {m}
toelaten [dulden] tolérer
toestaan [dulden] permettre
verdragen [mogen] supporter {m}
vastklemmen [hebben] n tenir
dulden [uitstaan] supporter {m}
doorstaan [verdragen] subir
afzien [lijden] renoncer