Zoek woord il faut reconnaître que heeft eén resultaat
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
il faut reconnaître que (o) [général] toegegeven (o) [général]

FR NL Vertalingen voor il

il het
il (o) [pron. pers. - sujet] het (o) [pron. pers. - sujet]
il hij
il (o) [pron. pers. - sujet] hij (o) [pron. pers. - sujet]
il ie

FR NL Vertalingen voor reconnaître

reconnaître (v) [être reconnaissant] waarderen (v) [être reconnaissant]
reconnaître (v) [admettre] erkennen (v) [admettre]
reconnaître (v) [approbation] erkennen (v) [approbation]
reconnaître (v) [culpabilité] erkennen (v) [culpabilité]
reconnaître (v) [gouvernement] erkennen (v) [gouvernement]
reconnaître (v) [to admit the knowledge of] erkennen (v) [to admit the knowledge of]
reconnaître (v) [admettre] toegeven (v) [admettre]
reconnaître (v) [culpabilité] toegeven (v) [culpabilité]
reconnaître (v) [to admit to be true] toegeven (v) [to admit to be true]
reconnaître (v) [to concede as true] toegeven (v) [to concede as true]

FR NL Vertalingen voor que

que dan
que (conj prep adv) [Introduces a comparison] dan (conj prep adv) [Introduces a comparison]
que (o) [comme] dan (o) [comme]
que (o) [comparaison] dan (o) [comparaison]
que (o) [comme] zoals (o) [comme]
que (o) [comparaison] zoals (o) [comparaison]
que (o) [comme] op dezelfde manier als (o) [comme]
que (o) [comparaison] op dezelfde manier als (o) [comparaison]
que (conj determiner pronoun adv) [to a given extent or degree] zo (conj determiner pronoun adv) [to a given extent or degree]
que (determiner pronoun n) [(''relative'') who, whom, what] dat (determiner pronoun n) [(''relative'') who, whom, what]