Zoek woord groeien uit heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands FR Frans
groeien uit [kleding] devenir plus grand que [kleding]
groeien uit [ontwikkeling] dépasser [ontwikkeling]

NL FR Vertalingen voor groeien

groeien [spanning] augmenter [spanning]
groeien (v) [(''intransitive'') to appear or sprout] pousser (v) [(''intransitive'') to appear or sprout]
groeien [persoon] pousser [persoon]
groeien [plant] pousser [plant]
groeien [spanning] monter [spanning]
groeien (v n) [increase] accroître (v n) [increase]
groeien [spanning] accroître [spanning]
groeien (v) [(''intransitive'') to become bigger] grandir (v) [(''intransitive'') to become bigger]
groeien [persoon] grandir [persoon]
groeien [plant] grandir [plant]

NL FR Vertalingen voor uit

uit [oorsprong] de [oorsprong]
uit [plaats] de [plaats]
uit [reden] de [reden]
uit (prep) [with the source or provenance of or at] de (prep) [with the source or provenance of or at]
uit [reden] comme [reden]
uit (prep) [with the source or provenance of or at] sur (prep) [with the source or provenance of or at]
uit [reden] par suite de [reden]
uit [reden] à cause de [reden]
uit [reden] parce que [reden]
uit [reden] du fait que [reden]