Zoek woord fermer boutique heeft 2 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
fermer boutique (v) [compagnie] sluiten (v) {n} [compagnie]
fermer boutique (v) [compagnie] dichtgaan (v) [compagnie]

FR NL Vertalingen voor fermer

fermer (v n adj) [obstruct (an opening)] dichten (v n adj) [obstruct (an opening)]
fermer (v) [appareil électrique] afzetten (v) {n} [appareil électrique]
fermer (v) [robinet] afzetten (v) {n} [robinet]
fermer (v) [appareil électrique] afsluiten (v) [appareil électrique]
fermer (v) [fabrique] afsluiten (v) [fabrique]
fermer (v) [porte] afsluiten (v) [porte]
fermer (v) [robinet] afsluiten (v) [robinet]
fermer (v) [appareil électrique] dichtdraaien (v) [appareil électrique]
fermer (v) [robinet] dichtdraaien (v) [robinet]
fermer (v) [fabrique] op slot doen (v) [fabrique]

FR NL Vertalingen voor boutique

boutique (n) [achats] {f} zaak (n) {m} [achats]
boutique (n) [magasin] {f} boutique (n) {f} [magasin]
boutique (n) [magasin] {f} boetiek (n) {f} [magasin]
boutique {f} winkel {m}
boutique (n) [achats] {f} winkel (n) {m} [achats]
boutique (n v int) [establishment that sells goods] {f} winkel (n v int) {m} [establishment that sells goods]