| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | verwijderen (v) [objets] - verwijderd
- verwijdert
- verwijderen
- verwijderde
- verwijderden
| |
| enlever (v) [général] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | verwijderen (v) [général] - verwijderd
- verwijdert
- verwijderen
- verwijderde
- verwijderden
| |
| enlever (v) [débris] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | verwijderen (v) [débris] - verwijderd
- verwijdert
- verwijderen
- verwijderde
- verwijderden
| |
| enlever (v n) [to take away] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | weghalen (v n) [to take away] - weggehaald
- haalt weg
- halen weg
- haalde weg
- haalden weg
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | uithalen (v) [objets] - uitgehaald
- haalt uit
- halen uit
- haalde uit
- haalden uit
| |
| enlever (v) [débris] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | weghalen (v) [débris] - weggehaald
- haalt weg
- halen weg
- haalde weg
- haalden weg
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | opruimen (v) [objets] - opgeruimd
- ruimt op
- ruimen op
- ruimde op
- ruimden op
| |
| enlever (v) [débris] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | opruimen (v) [débris] - opgeruimd
- ruimt op
- ruimen op
- ruimde op
- ruimden op
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | wegruimen (v) [objets] - weggeruimd
- ruimt weg
- ruimen weg
- ruimde weg
- ruimden weg
| |
| enlever (v) [général] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | wegruimen (v) [général] - weggeruimd
- ruimt weg
- ruimen weg
- ruimde weg
- ruimden weg
| |
| enlever (v) [débris] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | wegruimen (v) [débris] - weggeruimd
- ruimt weg
- ruimen weg
- ruimde weg
- ruimden weg
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | ruimen (v) [objets] - geruimd
- ruimt
- ruimen
- ruimde
- ruimden
| |
| enlever (v) [débris] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | ruimen (v) [débris] - geruimd
- ruimt
- ruimen
- ruimde
- ruimden
| |
| enlever (v) [amour] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | schaken (v) [amour] - geschaakt
- schaakt
- schaken
- schaakte
- schaakten
| |
| enlever (v) [crime] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | schaken (v) [crime] - geschaakt
- schaakt
- schaken
- schaakte
- schaakten
| |
| enlever (v) [amour] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | ontvoeren (v) [amour] - ontvoerd
- ontvoert
- ontvoeren
- ontvoerde
- ontvoerden
| |
| enlever (v) [crime] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | ontvoeren (v) [crime] - ontvoerd
- ontvoert
- ontvoeren
- ontvoerde
- ontvoerden
| |
| enlever (v) [to take away] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | ontvoeren (v) [to take away] - ontvoerd
- ontvoert
- ontvoeren
- ontvoerde
- ontvoerden
| |
| enlever (v) [amour] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | kidnappen (v) [amour] - gekidnapt
- kidnapt
- kidnappen
- kidnapte
- kidnapten
| |
| enlever (v) [crime] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | kidnappen (v) [crime] - gekidnapt
- kidnapt
- kidnappen
- kidnapte
- kidnapten
| |
| enlever (v) [to take away] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | kidnappen (v) [to take away] - gekidnapt
- kidnapt
- kidnappen
- kidnapte
- kidnapten
| |
| enlever (v) [amour] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | kapen (v) [amour] - gekaapt
- kaapt
- kapen
- kaapte
- kaapten
| |
| enlever (v) [crime] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | kapen (v) [crime] - gekaapt
- kaapt
- kapen
- kaapte
- kaapten
| |
| enlever (v) [débris] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | wegsluiten (v) [débris] - weggesloten
- sluit weg
- sluiten weg
- sloot weg
- sloten weg
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | wegsluiten (v) [objets] - weggesloten
- sluit weg
- sluiten weg
- sloot weg
- sloten weg
| |
| enlever (v) [produit] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | terugnemen (v) [produit] - teruggenomen
- neemt terug
- nemen terug
- nam terug
- namen terug
| |
| enlever (v) [produit] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | terugtrekken (v) [produit] - teruggetrokken
- trekt terug
- trekken terug
- trok terug
- trokken terug
| |
| enlever (n v) [to remove or take away] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | strippen (n v) [to remove or take away] - gestript
- stript
- strippen
- stripte
- stripten
| |
| enlever (v) [vêtements] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | uitdoen (v) [vêtements] - uitgedaan
- doet uit
- doen uit
- deed uit
- deden uit
| |
| enlever (v) [emporter] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afnemen (v) [emporter] - afgenomen
- neemt af
- nemen af
- nam af
- namen af
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afnemen (v) [objets] - afgenomen
- neemt af
- nemen af
- nam af
- namen af
| |
| enlever (v) [vêtements] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afnemen (v) [vêtements] - afgenomen
- neemt af
- nemen af
- nam af
- namen af
| |
| enlever (v) [emporter] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | meenemen (v) [emporter] - meegenomen
- neemt mee
- nemen mee
- nam mee
- namen mee
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | meenemen (v) [objets] - meegenomen
- neemt mee
- nemen mee
- nam mee
- namen mee
| |
| enlever (v) [emporter] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | wegdragen (v) [emporter] - weggedragen
- draagt weg
- dragen weg
- droeg weg
- droegen weg
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | wegdragen (v) [objets] - weggedragen
- draagt weg
- dragen weg
- droeg weg
- droegen weg
| |
| enlever (v) [chapeau] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afhalen (v) [chapeau] - afgehaald
- haalt af
- halen af
- haalde af
- haalden af
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afhalen (v) [objets] - afgehaald
- haalt af
- halen af
- haalde af
- haalden af
| |
| enlever (v) [vêtements] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afhalen (v) [vêtements] - afgehaald
- haalt af
- halen af
- haalde af
- haalden af
| |
| enlever (v) [chapeau] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afdoen (v) [chapeau] - afgedaan
- doet af
- doen af
- deed af
- deden af
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afdoen (v) [objets] - afgedaan
- doet af
- doen af
- deed af
- deden af
| |
| enlever (v) [vêtements] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afdoen (v) [vêtements] - afgedaan
- doet af
- doen af
- deed af
- deden af
| |
| enlever (v) [chapeau] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | uitdoen (v) [chapeau] - uitgedaan
- doet uit
- doen uit
- deed uit
- deden uit
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | uitdoen (v) [objets] - uitgedaan
- doet uit
- doen uit
- deed uit
- deden uit
| |
| enlever (v) [chapeau] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afnemen (v) [chapeau] - afgenomen
- neemt af
- nemen af
- nam af
- namen af
| |
| enlever (v) [chapeau] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afleggen (v) [chapeau] - afgelegd
- legt af
- leggen af
- legde af
- legden af
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afleggen (v) [objets] - afgelegd
- legt af
- leggen af
- legde af
- legden af
| |
| enlever (v) [vêtements] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afleggen (v) [vêtements] - afgelegd
- legt af
- leggen af
- legde af
- legden af
| |
| enlever (v) [chapeau] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | uittrekken (v) [chapeau] - uitgetrokken
- trekt uit
- trekken uit
- trok uit
- trokken uit
| |
| enlever (v) [vêtements] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | uittrekken (v) [vêtements] - uitgetrokken
- trekt uit
- trekken uit
- trok uit
- trokken uit
| |
| enlever (v) [chapeau] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | ontnemen (v) [chapeau] - ontnomen
- ontneemt
- ontnemen
- ontnam
- ontnamen
| |
| enlever (v) [emporter] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | ontnemen (v) [emporter] - ontnomen
- ontneemt
- ontnemen
- ontnam
- ontnamen
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | ontnemen (v) [objets] - ontnomen
- ontneemt
- ontnemen
- ontnam
- ontnamen
| |
| enlever (v) [vêtements] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | ontnemen (v) [vêtements] - ontnomen
- ontneemt
- ontnemen
- ontnam
- ontnamen
| |
| enlever (v) [chapeau] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afpakken (v) [chapeau] - afgepakt
- pakt af
- pakken af
- pakte af
- pakten af
| |
| enlever (v) [emporter] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afpakken (v) [emporter] - afgepakt
- pakt af
- pakken af
- pakte af
- pakten af
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afpakken (v) [objets] - afgepakt
- pakt af
- pakken af
- pakte af
- pakten af
| |
| enlever (v) [vêtements] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | afpakken (v) [vêtements] - afgepakt
- pakt af
- pakken af
- pakte af
- pakten af
| |
| enlever (v) [débris] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | opbergen (v) [débris] - opgeborgen
- bergt op
- bergen op
- borg op
- borgen op
| |
| enlever (v) [objets] - aies enlevé
- aient enlevé
- enlèves
- enlèvent
| | opbergen (v) [objets] - opgeborgen
- bergt op
- bergen op
- borg op
- borgen op
| |