Zoek woord een breuk veroorzaken tussen heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands FR Frans
een breuk veroorzaken tussen [vereniging] diviser [vereniging]
een breuk veroorzaken tussen [vereniging] provoquer une scission au sein de [vereniging]

NL FR Vertalingen voor een

een (v) [to fart] {m} lâcher (v) [to fart]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} faire (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} complimenter (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (v) [to fart] {m} en (v) [to fart]
een [algemeen] {m} quelque [algemeen]
een [hoofdtelwoord] {m} quelque [hoofdtelwoord]
een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} quelque [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een {m} un {m}
een [algemeen] {m} un {m} [algemeen]
een [hoofdtelwoord] {m} un {m} [hoofdtelwoord]

NL FR Vertalingen voor breuk

breuk [algemeen] {m} rupture {m} [algemeen]
breuk [geneeskunde] {m} rupture {m} [geneeskunde]
breuk [relatie] {m} rupture {m} [relatie]
breuk (n v) [act of breaking, or something broken] {m} fracture (n v) {f} [act of breaking, or something broken]
breuk [algemeen] {m} fracture {f} [algemeen]
breuk [geneeskunde] {m} fracture {f} [geneeskunde]
breuk [relatie] {m} fracture {f} [relatie]
breuk [algemeen] {m} hernie {f} [algemeen]
breuk [geneeskunde] {m} hernie {f} [geneeskunde]
breuk [relatie] {m} hernie {f} [relatie]

NL FR Vertalingen voor veroorzaken

veroorzaken [algemeen] déclencher [algemeen]
veroorzaken [moeilijkheden] déclencher [moeilijkheden]
veroorzaken [opstand] déclencher [opstand]
veroorzaken [ramp] déclencher [ramp]
veroorzaken [schade] déclencher [schade]
veroorzaken [teweegbrengen] déclencher [teweegbrengen]
veroorzaken (v) [To cause to take place] provoquer (v) [To cause to take place]
veroorzaken [algemeen] provoquer [algemeen]
veroorzaken [moeilijkheden] provoquer [moeilijkheden]
veroorzaken [oorzaak] provoquer [oorzaak]

NL FR Vertalingen voor tussen

tussen [onder] au milieu de [onder]
tussen [positie] au milieu de [positie]
tussen [onder] parmi [onder]
tussen [positie] parmi [positie]
tussen (prep) [between, specifically between two things] entre (prep) [between, specifically between two things]
tussen [onder] entre [onder]
tussen (prep) [one of, representing a choice] entre (prep) [one of, representing a choice]
tussen [positie] entre [positie]