Zoek woord veroorzaken heeft 79 resultaten
NL Nederlands FR Frans
veroorzaken [opstand] susciter [opstand]
veroorzaken [ramp] être la cause de [ramp]
veroorzaken [opstand] être la cause de [opstand]
veroorzaken [oorzaak] être la cause de [oorzaak]
veroorzaken [moeilijkheden] être la cause de [moeilijkheden]
NL Nederlands FR Frans
veroorzaken [algemeen] être la cause de [algemeen]
veroorzaken [teweegbrengen] susciter [teweegbrengen]
veroorzaken [schade] susciter [schade]
veroorzaken [reactie] susciter [reactie]
veroorzaken [ramp] susciter [ramp]
veroorzaken [schade] être la cause de [schade]
veroorzaken [oorzaak] susciter [oorzaak]
veroorzaken [moeilijkheden] susciter [moeilijkheden]
veroorzaken [algemeen] susciter [algemeen]
veroorzaken [teweegbrengen] occasionner [teweegbrengen]
veroorzaken [schade] occasionner [schade]
veroorzaken [ramp] occasionner [ramp]
veroorzaken [opstand] occasionner [opstand]
veroorzaken [oorzaak] occasionner [oorzaak]
veroorzaken [moeilijkheden] occasionner [moeilijkheden]
veroorzaken [algemeen] engendrer [algemeen]
veroorzaken (v n int) [to proceed, spring, or rise, as a consequence] résulter (v n int) [to proceed, spring, or rise, as a consequence]
veroorzaken (v n) [To cause to become] rendre (v n) [To cause to become]
veroorzaken (v) [to cause, to produce] engendrer (v) [to cause, to produce]
veroorzaken [teweegbrengen] engendrer [teweegbrengen]
veroorzaken [schade] engendrer [schade]
veroorzaken [ramp] engendrer [ramp]
veroorzaken [opstand] engendrer [opstand]
veroorzaken [oorzaak] engendrer [oorzaak]
veroorzaken [moeilijkheden] engendrer [moeilijkheden]
veroorzaken [algemeen] occasionner [algemeen]
veroorzaken [teweegbrengen] amener [teweegbrengen]
veroorzaken [schade] amener [schade]
veroorzaken [ramp] amener [ramp]
veroorzaken [opstand] amener [opstand]
veroorzaken [oorzaak] amener [oorzaak]
veroorzaken [moeilijkheden] amener [moeilijkheden]
veroorzaken [algemeen] amener [algemeen]
veroorzaken (v) [To draw out, bring out.] réaliser (v) [To draw out, bring out.]
veroorzaken [teweegbrengen] être la cause de [teweegbrengen]
veroorzaken [opstand] provoquer [opstand]
veroorzaken [schade] produire [schade]
veroorzaken [ramp] produire [ramp]
veroorzaken [opstand] produire [opstand]
veroorzaken [moeilijkheden] produire [moeilijkheden]
veroorzaken [algemeen] produire [algemeen]
veroorzaken [teweegbrengen] provoquer [teweegbrengen]
veroorzaken [schade] provoquer [schade]
veroorzaken [reactie] provoquer [reactie]
veroorzaken [ramp] provoquer [ramp]
veroorzaken [teweegbrengen] produire [teweegbrengen]
veroorzaken [oorzaak] provoquer [oorzaak]
veroorzaken [moeilijkheden] provoquer [moeilijkheden]
veroorzaken [algemeen] provoquer [algemeen]
veroorzaken (v) [To cause to take place] provoquer (v) [To cause to take place]
veroorzaken [teweegbrengen] déclencher [teweegbrengen]
veroorzaken [schade] déclencher [schade]
veroorzaken [ramp] déclencher [ramp]
veroorzaken [opstand] déclencher [opstand]
veroorzaken [moeilijkheden] déclencher [moeilijkheden]
veroorzaken (v) [To draw out, bring out.] causer (v) [To draw out, bring out.]
veroorzaken (v) [To cause to take place] occasionner (v) [To cause to take place]
veroorzaken (n v) [to set off an event or action] causer (n v) [to set off an event or action]
veroorzaken [teweegbrengen] causer [teweegbrengen]
veroorzaken [schade] causer [schade]
veroorzaken [ramp] causer [ramp]
veroorzaken [opstand] causer [opstand]
veroorzaken [oorzaak] causer [oorzaak]
veroorzaken [moeilijkheden] causer [moeilijkheden]
veroorzaken [algemeen] causer [algemeen]
veroorzaken [algemeen] déclencher [algemeen]
veroorzaken (v) [To cause to take place] causer (v) [To cause to take place]
veroorzaken [teweegbrengen] entraîner [teweegbrengen]
veroorzaken [schade] entraîner [schade]
veroorzaken [ramp] entraîner [ramp]
veroorzaken [opstand] entraîner [opstand]
veroorzaken [oorzaak] entraîner [oorzaak]
veroorzaken [moeilijkheden] entraîner [moeilijkheden]
veroorzaken [algemeen] entraîner [algemeen]