Zoek woord détacher de heeft 2 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
détacher de (v) [accident] scheiden (v) {n} [accident]
détacher de (v) [accident] afsnijden van (v) [accident]

FR NL Vertalingen voor détacher

détacher (v) [général] losmaken (v) [général]
détacher (v) [noeud] losmaken (v) [noeud]
détacher (v) [prisonnier] losmaken (v) [prisonnier]
détacher (v) [to free from fastening or from restraint] losmaken (v) [to free from fastening or from restraint]
détacher (v) [to loosen, as something interlaced or knotted] losmaken (v) [to loosen, as something interlaced or knotted]
détacher (v) [vêtements] losmaken (v) [vêtements]
détacher (v) [noeud] losbinden (v) [noeud]
détacher (v) [prisonnier] losbinden (v) [prisonnier]
détacher (v) [vêtements] losbinden (v) [vêtements]
détacher (v) [noeud] losknopen (v) [noeud]

FR NL Vertalingen voor de

de (o) [comparaison] dan (o) [comparaison]
de (o) [concernant] betreffende (o) [concernant]
de (o) [concernant] omtrent (o) [concernant]
de (prep adv adj) [concerning] over (prep adv adj) [concerning]
de (o) [concernant] met betrekking tot (o) [concernant]
de (prep adv adj) [concerning] in verband met (prep adv adj) [concerning]
de (prep adv adj n) [indicates creator of a work] vanwege (prep adv adj n) [indicates creator of a work]
de van
de (o) [général] van (o) [général]
de (o) [lieu] van (o) [lieu]