Zoek woord belemmeren heeft 16 resultaten
NL Nederlands FR Frans
belemmeren [hinderen] {n} obstruction {f} [hinderen]
belemmeren [hinderen] {n} encrassement {m} [hinderen]
belemmeren [hinderen] {n} colmatage {m} [hinderen]
belemmeren [hinderen] {n} empâtement {m} [hinderen]
belemmeren [plan] {n} déjouer [plan]
NL Nederlands FR Frans
belemmeren [activiteit] {n} gêner [activiteit]
belemmeren [obstakel] {n} gêner [obstakel]
belemmeren [plan] {n} gêner [plan]
belemmeren [activiteit] {n} entraver [activiteit]
belemmeren [obstakel] {n} entraver [obstakel]
belemmeren [plan] {n} entraver [plan]
belemmeren [activiteit] {n} déranger [activiteit]
belemmeren [obstakel] {n} déranger [obstakel]
belemmeren (n v) [to thwart or stump] {n} obstruer (n v) [to thwart or stump]
belemmeren [plan] {n} frustrer [plan]
belemmeren (n v) [to thwart or stump] {n} mettre en échec (n v) [to thwart or stump]
NL Synoniemen voor belemmeren FR Vertalingen
hinderen [belemmeren] n tamować
dwarsbomen [tegenwerken] n pokrzyżować (pf.)
afzetten [blokkeren] n osadzić
versperren [blokkeren] blokować
tegenhouden [stremmen] blokować
afschermen [afremmen] osłaniać
remmen [afremmen] n hamulec {m}
saboteren [afremmen] sabotować
storen [afremmen] naprzykrzać się
verhinderen [afremmen] blokować
blokkeren [tegenhouden] n blokować