Zoek woord balancer entre deux choses heeft 3 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
balancer entre deux choses (v) [état émotionnel] voor een dilemma staan (v) [état émotionnel]
balancer entre deux choses (v) [état émotionnel] niet weten wat te doen (v) [état émotionnel]
balancer entre deux choses (v) [état émotionnel] in een tweestrijd verkeren (v) [état émotionnel]

FR NL Vertalingen voor balancer

balancer (v) [comparer] afwegen (v) [comparer]
balancer (v) [personne] eruit donderen (v) [personne]
balancer (v) [personne] eruit gooien (v) [personne]
balancer (v) [to make a formal or public accusation against] aanklagen (v) [to make a formal or public accusation against]
balancer (v) [mouvement] wiegelen (v) [mouvement]
balancer (v) [personne] uitzetten (v) [personne]
balancer (v) [personne] uitgooien (v) [personne]
balancer (v) [personne] uitstoten (v) [personne]
balancer (v) [général] bengelen (v) [général]
balancer (v) [mouvement] wankelen (v) [mouvement]

FR NL Vertalingen voor entre

entre (o) [au milieu de] tussen (o) [au milieu de]
entre (prep) [between, specifically between two things] tussen (prep) [between, specifically between two things]
entre (prep) [one of, representing a choice] tussen (prep) [one of, representing a choice]
entre (o) [position] tussen (o) [position]
entre (o) [au milieu de] onder (o) [au milieu de]
entre (o) [position] onder (o) [position]
entre (o) [au milieu de] te midden van (o) [au milieu de]
entre (o) [position] te midden van (o) [position]
entre (prep) [surrounded by] te midden van (prep) [surrounded by]
entre (prep) [shared in confidence by] onder ons gezegd en gezwegen (prep) [shared in confidence by] (prep)

FR NL Vertalingen voor deux

deux {m} tweede {n}
deux {m} twee {m}
deux (num n) [digit or figure] {m} twee (num n) {m} [digit or figure]
deux (n) [nombre cardinal] {m} twee (n) {m} [nombre cardinal]
deux (a) [nombre cardinal] {m} twee (a) {m} [nombre cardinal]
deux (o) [nombre cardinal] {m} twee (o) {m} [nombre cardinal]
deux (num n) [one plus one] {m} twee (num n) {m} [one plus one]

FR NL Vertalingen voor choses

choses (n) [outils] {f} benodigdheden (n) [outils] (p)
choses (n) [outils] {f} materiaal (n) {n} [outils]
choses (n) [choses] {f} spullen (n) {n} [choses]