Woxikon / Woordenboek / Nederlands Frans / A / Analyse du cycle de vie

NL FR Nederlands Frans vertalingen voor Analyse du cycle de vie

Zoek woord Analyse du cycle de vie heeft eén resultaat
Ga naar

FR NL Vertalingen voor analyse

analyse (n) [chimie] {f} onderzoek (n) {n} [chimie]
analyse (n) [médecine] {f} onderzoek (n) {n} [médecine]
analyse (n) [chimie] {f} analyse (n) {f} [chimie]
analyse (n) [médecine] {f} analyse (n) {f} [médecine]
analyse (n) [chimie] {f} ontleding (n) {f} [chimie]
analyse (n) [médecine] {f} ontleding (n) {f} [médecine]
analyse (n) [médecine] {f} algemeen medisch onderzoek (n) {n} [médecine]
analyse (n) [médecine] {f} test (n) {m} [médecine]
analyse (n) [médecine] {f} monster (n) {n} [médecine]
analyse (n) [médecine] {f} staal (n) {n} [médecine]

FR NL Vertalingen voor du

dû (a) [argent] verschuldigd (a) [argent]
dû (a) [argent] te betalen (a) [argent]

FR NL Vertalingen voor cycle

cycle (n) [nature] {m} kringloop (n) {m} [nature]
cycle (n v) [program on a washing machine] {m} programma (n v) {n} [program on a washing machine]
cycle (n) [général] {m} cyclus (n) {m} [général]
cycle (n v) [process] {m} cyclus (n v) {m} [process]

FR NL Vertalingen voor de

de (o) [comparaison] dan (o) [comparaison]
de (o) [concernant] betreffende (o) [concernant]
de (o) [concernant] omtrent (o) [concernant]
de (prep adv adj) [concerning] over (prep adv adj) [concerning]
de (o) [concernant] met betrekking tot (o) [concernant]
de (prep adv adj) [concerning] in verband met (prep adv adj) [concerning]
de (prep adv adj n) [indicates creator of a work] vanwege (prep adv adj n) [indicates creator of a work]
de van
de (o) [général] van (o) [général]
de (o) [lieu] van (o) [lieu]

FR NL Vertalingen voor vie

vie (n) [général] (f] de famille [f) zijn (n) {n} [général]
vie (n) [être] (f] de famille [f) zijn (n) {n} [être]
vie (n) [général] (f] de famille [f) bestaan (n) {n} [général]
vie (n) [être] (f] de famille [f) bestaan (n) {n} [être]
vie (f] de famille [f) leven {n}
vie (n) [général] (f] de famille [f) leven (n) {n} [général]
vie (n) [être] (f] de famille [f) leven (n) {n} [être]
vie (n) [personne] (f] de famille [f) levensduur (n) {m} [personne]
vie (n) [personne] (f] de famille [f) levenstijd (n) {m} [personne]