Zoek woord llegar a una conclusión heeft eén resultaat
Ga naar
ES Spaans NL Nederlands
llegar a una conclusión (v) [decisión] tot een beslissing komen (v) [decisión]

ES NL Vertalingen voor llegar

llegar (v n) [arrive at] aankomen (v n) [arrive at]
llegar (v) [destino] aankomen (v) [destino]
llegar (v) [general] aankomen (v) [general]
llegar (v) [destino] arriveren (v) [destino]
llegar (v) [general] arriveren (v) [general]
llegar (v) [destino] bereiken (v) {n} [destino]
llegar (v) [general] bereiken (v) {n} [general]
llegar (v) [persona] verschijnen (v) [persona]
llegar (v) [persona] opdagen (v) [persona]
llegar (v) [destino] komen (v) [destino]

ES NL Vertalingen voor a

a naar
a (prep) [against, next to, near, towards] naar (prep) [against, next to, near, towards]
a (o) [causando] naar (o) [causando]
a (o) [destino] naar (o) [destino]
a (o) [dirección] naar (o) [dirección]
a (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
a (conj prep) [towards] naar (conj prep) [towards]
a (o) [general] in verband met (o) [general]
a (o) [proximidad] bij (o) {m} [proximidad]
a (o) [en su honor] op (o) [en su honor]

ES NL Vertalingen voor una

una (a) [adjetivo indefinido] enig (a) [adjetivo indefinido]
una (a) [general] enig (a) [general]
una (a) [adjetivo indefinido] een zekere (a) [adjetivo indefinido]
una (a) [general] een zekere (a) [general]
una (a) [adjetivo indefinido] één of andere (a) [adjetivo indefinido]
una (a) [general] één of andere (a) [general]
una een {m}
una (a) [adjetivo indefinido] een (a) {m} [adjetivo indefinido]
una (o) [artículo indefinido] een (o) {m} [artículo indefinido]
una (a) [general] een (a) {m} [general]

ES NL Vertalingen voor conclusión

conclusión (n) [acuerdo] {f} besluit (n) {n} [acuerdo]
conclusión (n) [decision, judgment] {f} besluit (n) {n} [decision, judgment]
conclusión (n) [decisión] {f} besluit (n) {n} [decisión]
conclusión (n) [deducción] {f} besluit (n) {n} [deducción]
conclusión (n) [fin] {f} besluit (n) {n} [fin]
conclusión (n) [outcome] {f} besluit (n) {n} [outcome]
conclusión (n) [deducción] {f} gevolgtrekking (n) {f} [deducción]
conclusión (n) [decision, judgment] {f} conclusie (n) {f} [decision, judgment]
conclusión (n) [deducción] {f} conclusie (n) {f} [deducción]
conclusión (n) [discusión] {f} conclusie (n) {f} [discusión]