Zoek woord instigar heeft 16 resultaten
ES Spaans NL Nederlands
instigar (v) [persona] aanzetten (v) [persona]
instigar (v) [sublevación] aanzetten (v) [sublevación]
instigar (v) [persona] aansporen (v) [persona]
instigar (v) [sublevación] aansporen (v) [sublevación]
instigar (v) [persona] veroorzaken (v) [persona]
ES Spaans NL Nederlands
instigar (v) [sublevación] veroorzaken (v) [sublevación]
instigar (v) [persona] teweegbrengen (v) [persona]
instigar (v) [sublevación] teweegbrengen (v) [sublevación]
instigar (v) [persona] aanstichten (v) [persona]
instigar (v) [sublevación] aanstichten (v) [sublevación]
instigar (v) [persona] aanstoken (v) [persona]
instigar (v) [sublevación] aanstoken (v) [sublevación]
instigar (v) [persona] ophitsen (v) [persona]
instigar (v) [sublevación] ophitsen (v) [sublevación]
instigar (v) [persona] opstoken (v) [persona]
instigar (v) [empezar] in werking zetten (v) [empezar]

Spaans Nederlands vertalingen

ES Synoniemen voor instigar NL Vertalingen
animar [incitar] encorajar
estimular [incitar] provocar
acosar [incitar] oprimir
incitar [provocar] tentar
inducir [provocar] desencadear
promover [provocar] favorecer
crear [provocar] criar
hostigar [provocar] amolar
inspirar [provocar] entusiasmar