Zoek woord in verband brengen heeft 3 resultaten
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
in verband brengen (v) [verband] conectar (v) [verband]
in verband brengen (v) [subject] relacionar (v) [subject]
in verband brengen (v) [verband] vincular (v) [verband]

NL ES Vertalingen voor in

in (o) [in elk] a (o) [in elk]
in (o) [nabijheid] a (o) [nabijheid]
in (o) [richting] a (o) [richting]
in (o) [voorzetsel] a (o) [voorzetsel]
in (o) [in elk] por (o) [in elk]
in (o) [nabijheid] por (o) [nabijheid]
in (o) [richting] por (o) [richting]
in (o) [voorzetsel] por (o) [voorzetsel]
in en
in (o) [in elk] en (o) [in elk]

NL ES Vertalingen voor verband

verband (n) [betrekking] {n} relación (n) {f} [betrekking]
verband (n) [correlatie] {n} relación (n) {f} [correlatie]
verband (n) [idee] {n} relación (n) {f} [idee]
verband (n) [schakel] {n} enlace (n) {m} [schakel]
verband (n) [geneeskunde] {n} venda (n) {f} [geneeskunde]
verband (n v) [medical binding] {n} venda (n v) {f} [medical binding]
verband (n) [betrekking] {n} conexión (n) {f} [betrekking]
verband (n) [correlatie] {n} conexión (n) {f} [correlatie]
verband (n) [idee] {n} conexión (n) {f} [idee]
verband (n) [schakel] {n} conexión (n) {f} [schakel]

NL ES Vertalingen voor brengen

brengen (v) [voldoening] dar (v) [voldoening]
brengen (v) [halen] traer (v) [halen]
brengen (v) [persoon] traer (v) [persoon]
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] traer (v) [to transport toward somebody/somewhere]
brengen (v) [voldoening] traer (v) [voldoening]
brengen (v) [voorwerpen] traer (v) [voorwerpen]
brengen (v) [halen] ir por (v) [halen]
brengen (v) [halen] ir a buscar (v) [halen]
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] llevar (v) [to transport toward somebody/somewhere]