Zoek woord een breuk veroorzaken tussen heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
een breuk veroorzaken tussen (v) [vereniging] dividir (v) [vereniging]

NL ES Vertalingen voor een

een (n v) [to bathe using a shower] {m} bañarse (n v) [to bathe using a shower]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} felicitar (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} ducharse (n v) [to bathe using a shower]
een {m} un
een (a) [algemeen] {m} un (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} un (a) [hoofdtelwoord]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} un (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} un (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} un (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (o) [onbepaald lidwoord] {m} un (o) [onbepaald lidwoord]

NL ES Vertalingen voor breuk

breuk (n) [algemeen] {m} ruptura (n) {f} [algemeen]
breuk (n) [geneeskunde] {m} ruptura (n) {f} [geneeskunde]
breuk (n) [relatie] {m} ruptura (n) {f} [relatie]
breuk (n) [algemeen] {m} separación (n) {f} [algemeen]
breuk (n) [geneeskunde] {m} separación (n) {f} [geneeskunde]
breuk (n) [relatie] {m} separación (n) {f} [relatie]
breuk (n v) [arithmetic: ratio] {m} quebrado (n v) [arithmetic: ratio]
breuk (n v) [act of breaking, or something broken] {m} fractura (n v) {f} [act of breaking, or something broken]
breuk (n) [algemeen] {m} fractura (n) {f} [algemeen]
breuk (n) [geneeskunde] {m} fractura (n) {f} [geneeskunde]

NL ES Vertalingen voor veroorzaken

veroorzaken (v) [algemeen] hacer estallar (v) [algemeen]
veroorzaken (v) [moeilijkheden] hacer estallar (v) [moeilijkheden]
veroorzaken (v) [opstand] hacer estallar (v) [opstand]
veroorzaken (v) [ramp] hacer estallar (v) [ramp]
veroorzaken (v) [schade] hacer estallar (v) [schade]
veroorzaken (v) [teweegbrengen] hacer estallar (v) [teweegbrengen]
veroorzaken (v) [To cause to take place] traer (v) [To cause to take place]
veroorzaken (v) [To draw out, bring out.] obtener (v) [To draw out, bring out.]
veroorzaken (v) [To draw out, bring out.] sonsacar (v) [To draw out, bring out.] (informal)
veroorzaken (v) [To cause to take place] provocar (v) [To cause to take place]

NL ES Vertalingen voor tussen

tussen (prep) [between, specifically between two things] entre (prep) [between, specifically between two things]
tussen (prep) [in transit from one to the other] entre (prep) [in transit from one to the other]
tussen (o) [onder] entre (o) [onder]
tussen (prep) [one of, representing a choice] entre (prep) [one of, representing a choice]
tussen (o) [positie] entre (o) [positie]
tussen (o) [onder] en medio de (o) [onder]
tussen (o) [positie] en medio de (o) [positie]