dar los últimos toques vertaling - Nederlands Spaans vertaling voor dar los últimos toques

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Spaans / D / dar los últimos toques

Zoek woord dar los últimos toques heeft 4 resultaten

Ga naar

ES	Spaans	NL	Nederlands
	dar los últimos toques (v) [trabajo]		voltooien (v) [trabajo]
	dar los últimos toques (v) [trabajo]		afwerken (v) [trabajo]
	dar los últimos toques (v) [general]		de laatste hand leggen aan (v) [general]
	dar los últimos toques (v) [trabajo]		de laatste hand leggen aan (v) [trabajo]

ES NL Vertalingen voor dar

	dar (v) [discurso] dado das dan hubiste dado hubieron dado		afsteken (v) [discurso] afgestoken steekt af steken af stak af staken af
	dar (v) [objeto] dado das dan hubiste dado hubieron dado		meegeven (v) [objeto] meegegeven geven mee geeft mee gaven mee gaf mee
	dar (v) [entregar] dado das dan hubiste dado hubieron dado		overhandigen (v) [entregar] overhandigd overhandigen overhandigt overhandigde overhandigden
	dar (v n) [transfer the possession of something to someone else] dado das dan hubiste dado hubieron dado		overhandigen (v n) [transfer the possession of something to someone else] overhandigd overhandigen overhandigt overhandigde overhandigden
	dar (v) [entregar] dado das dan hubiste dado hubieron dado		presenteren (v) [entregar] gepresenteerd presenteren presenteert presenteerden presenteerde
	dar (v) [satisfacción] dado das dan hubiste dado hubieron dado		brengen (v) [satisfacción] gebracht brengen brengt brachten bracht
	dar (v) [to give; to offer; to commit] dado das dan hubiste dado hubieron dado		aanbieden (v) {n} [to give; to offer; to commit] aangeboden bieden aan biedt aan boden aan bood aan
	dar (v) [discurso] dado das dan hubiste dado hubieron dado		oreren (v) [discurso] geöreerd oreren oreert oreerden oreerde
	dar (v) [discurso]		een speech afsteken (v) [discurso]
	dar (v) [discurso]		retorisch spreken (v) [discurso]

ES NL Vertalingen voor los

	los (determiner conj) [each of two; one and the other]		beide (determiner conj) [each of two; one and the other]
	los (determiner conj) [each of two; one and the other]		allebei (determiner conj) [each of two; one and the other]
	los		de
	los (article adv) [article]		de (article adv) [article]
	los (o) [artículo definido]		de (o) [artículo definido]
	los (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]		de (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
	los (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]		de (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
	los (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]		de (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
	los (determiner conj) [each of two; one and the other]		alletwee (determiner conj) [each of two; one and the other]
	los (article adv) [article]		het (article adv) [article]