Woxikon / Woordenboek / Nederlands Spaans / V / voltooien

NL ES Nederlands Spaans vertalingen voor voltooien

Zoek woord voltooien heeft 25 resultaten
Ga naar Nederlands » Spaans
NL Nederlands ES Spaans
voltooien (v n) [to accomplish or complete, as an obligation] completar (v n) [to accomplish or complete, as an obligation]
voltooien (adj v) [to bring something to completion] consumar (adj v) [to bring something to completion]
voltooien (v n) [to accomplish or complete, as an obligation] cumplir (v n) [to accomplish or complete, as an obligation]
voltooien (v) [baan] dar los últimos toques (v) [baan]
voltooien (v) [baan] agregar los últimos detalles (v) [baan]
NL Nederlands ES Spaans
voltooien (v) [taak] realizar (v) [taak]
voltooien (v) [afronden] realizar (v) [afronden]
voltooien (v) [taak] ejecutar (v) [taak]
voltooien (v) [afronden] ejecutar (v) [afronden]
voltooien (v) [taak] llevar a cabo (v) [taak]
voltooien (v) [afronden] llevar a cabo (v) [afronden]
voltooien (v) [vergadering] dar por terminado (v) [vergadering]
voltooien (v) [vergadering] acabar (v) [vergadering]
voltooien (v) [afronden] terminar (v) [afronden]
voltooien (v) [taak] completar (v) [taak]
voltooien (v) [afronden] completar (v) [afronden]
voltooien (v) [taak] rematar (v) [taak]
voltooien (v) [afronden] rematar (v) [afronden]
voltooien (v) [vergadering] concluir (v) [vergadering]
voltooien (v) [taak] concluir (v) [taak]
voltooien (v) [afronden] concluir (v) [afronden]
voltooien (v) [vergadering] terminar (v) [vergadering]
voltooien (v adj) [to finish] terminar (v adj) [to finish]
voltooien (v) [taak] terminar (v) [taak]
voltooien (v) [baan] terminar (v) [baan]
NL Synoniemen voor voltooien ES Vertalingen
perfectioneren [voltooien] perfeccionar
eindigen [volbrengen] n finir
beëindigen [afmaken] acabar
afwerken [afbouwen] acabar
afbreken [beëindigen] tronar
afkappen [beëindigen] truncar
afronden [beëindigen] n terminar
afsluiten [beëindigen] terminar
besluiten [beëindigen] resolver
bijleggen [beëindigen] solucionar
opheffen [beëindigen] n derogar
ophouden [beëindigen] n finir
stopzetten [beëindigen] suspender
uitmaken [beëindigen] representar
volbrengen [beëindigen] consumar
afzien van [beëindigen] dispensar