Zoek woord aanhouden heeft 28 resultaten
NL Nederlands EN Engels
aanhouden [voortduring] {n} persistence [voortduring]
aanhouden [misdadiger] {n} take into custody [misdadiger]
aanhouden [misdadiger] {n} arrest [misdadiger]
aanhouden [toespraak] {n} prolong [toespraak]
aanhouden [voortduring] {n} continuance [voortduring]
NL Nederlands EN Engels
aanhouden [voortduring] {n} continuation [voortduring]
aanhouden [misdadiger] {n} run in [misdadiger]
aanhouden [misdadiger] {n} capture [misdadiger]
aanhouden [toespraak] {n} draw out [toespraak]
aanhouden [misdadiger] {n} apprehend [misdadiger]
aanhouden [beroep] {n} keep on [beroep]
aanhouden [beroep] {n} retain [beroep]
aanhouden [inspanning] {n} sustain [inspanning]
aanhouden (adv n v) [cause (something) to cease moving] {n} stop (adv n v) [cause (something) to cease moving]
aanhouden {n} procrastinate (formal)
aanhouden [inspanning] {n} maintain [inspanning]
aanhouden [weer] {n} keep up [weer]
aanhouden [weer] {n} persist [weer]
aanhouden [toespraak] {n} drag out [toespraak]
aanhouden [intransitief] {n} go on [intransitief]
aanhouden [pijn] {n} linger on [pijn]
aanhouden [transitief] {n} continue [transitief]
aanhouden [intransitief] {n} continue [intransitief]
aanhouden [algemeen] {n} last [algemeen]
aanhouden {n} continue
aanhouden {n} postpone
aanhouden {n} persist
aanhouden {n} endure