Zoek woord zur Sprache bringen heeft 6 resultaten
DE Duits NL Nederlands
zur Sprache bringen [Subjekt] ter sprake brengen [Subjekt]
zur Sprache bringen (v) [Subjekt] ter sprake brengen (v) [Subjekt]
zur Sprache bringen [Subjekt] aansnijden [Subjekt]
zur Sprache bringen (v) [Subjekt] aansnijden (v) [Subjekt]
zur Sprache bringen [Subjekt] naar voren brengen [Subjekt]
DE Duits NL Nederlands
zur Sprache bringen (v) [Subjekt] naar voren brengen (v) [Subjekt]

DE NL Vertalingen voor sprache

Sprache (n) [Varietät] {f} taal (n) {m} [Varietät]
Sprache (n) [Sprachgemeinschaft] {f} taal (n) {m} [Sprachgemeinschaft]
Sprache (n) [allgemein] {f} taal (n) {m} [allgemein]
Sprache (n) [Vermögen] {f} spraak (n) {m} [Vermögen]
Sprache (n) [Denkvermögen] {f} spraak (n) {m} [Denkvermögen]
Sprache {f} code {m}
Sprache [allgemein] {f} taal {m} [allgemein]
Sprache [allgemein] {f} gesproken taal {m} [allgemein]
Sprache (n) [allgemein] {f} gesproken taal (n) {m} [allgemein]
Sprache [Denkvermögen] {f} spraak {m} [Denkvermögen]

DE NL Vertalingen voor bringen

bringen (v) [etwas Neues erschaffen] brengen (v) [etwas Neues erschaffen]
bringen (v) brengen (v)
bringen (v) [Gegenstände] brengen (v) [Gegenstände]
bringen (v) [Person] brengen (v) [Person]
bringen [Gegenstände] brengen [Gegenstände]
bringen [Person] brengen [Person]
bringen (v) [to transport toward somebody/somewhere] brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere]
bringen [Gegenstände] meebrengen [Gegenstände]
bringen (v) [Gegenstände] meebrengen (v) [Gegenstände]
bringen [Person] meebrengen [Person]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor zur sprache bringen NL Vertalingen
erwähnen [in die Diskussion werfen] citeren, vermelden, opmerken, noemen
bemerken [in die Diskussion werfen] bemerken (formal)
anbringen [in die Diskussion werfen] aanhangen
unterbringen [in die Diskussion werfen] onderbrengen {n}
vortragen [in die Diskussion werfen] aanvoeren
vorbringen [in die Diskussion werfen] aanvoeren
aufwerfen [in die Diskussion werfen] aansnijden
einwerfen [in die Diskussion werfen] ingooien
streifen [ansprechen] rakelings voorbijlopen
entzünden [ansprechen] ontsteken
anschneiden [ansprechen] aansnijden
aufrühren [ansprechen] weer naar voren brengen
erklären [erörtern] uitleggen
lernen [erörtern] leren {n}
reden [erörtern] spreken {n}
bearbeiten [erörtern] bewerken {n}
beraten [erörtern] overleggen
verdeutlichen [erörtern] licht werpen op
berühren [erörtern] van belang zijn voor
kommunizieren [erörtern] communiceren