Zoek woord zijn zin krijgen heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
zijn zin krijgen (v) [voldoening] seinen Willen kriegen (v) [voldoening]

NL DE Vertalingen voor zijn

zijn (v) {n} geben (v)
zijn (n) [bestaan] {n} Leben (n) {n} [bestaan]
zijn (n) [bestaan] {n} Sein (n) {n} [bestaan]
zijn (v) [filosofie] {n} existieren (v) [filosofie]
zijn (n) [filosofie] {n} Dasein (n) {n} [filosofie]
zijn {n} befinden (sich)
zijn (n) {n} sein (n)
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} sein (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
zijn (v) [algemeen] {n} sein (v) [algemeen]
zijn (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] {n} sein (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]

NL DE Vertalingen voor zin

zin (n) [logica] {m} Nutzen (n) {m} [logica]
zin (n) [logica] {m} Zweck (n) {m} [logica]
zin (n) {m} Sinn (n) {m}
zin (n) [algemeen] {m} Sinn (n) {m} [algemeen]
zin (n) [bedoeling] {m} Sinn (n) {m} [bedoeling]
zin (n) [belangrijkheid] {m} Sinn (n) {m} [belangrijkheid]
zin (n) [betekenis] {m} Sinn (n) {m} [betekenis]
zin (n) [fysiologie] {m} Sinn (n) {m} [fysiologie]
zin (n) [logica] {m} Sinn (n) {m} [logica]
zin (n) [richting] {m} Sinn (n) {m} [richting]

NL DE Vertalingen voor krijgen

krijgen holen
krijgen anstecken (sich)
krijgen (v) bekommen (v)
krijgen (v) [geschenk] bekommen (v) [geschenk]
krijgen (v n) [receive] bekommen (v n) [receive]
krijgen (v) [geschenk] kriegen (v) [geschenk]
krijgen (v n) [receive] kriegen (v n) [receive]
krijgen zuziehen (sich)
krijgen (v) [dieren] werfen (v) [dieren]
krijgen (v) [kleur] annehmen (v) [kleur]