Zoek woord zich verspreiden heeft 10 resultaten

NL DE Vertalingen voor zich

zich selbst
zich (n v) [to make a mistake in one’s lines] versprechen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
zich (n v) [put on clothes] anziehen (n v) [put on clothes]
zich (v) [establish financial position] festigen (v) [establish financial position]
zich (n v) [to make a mistake in one’s lines] verpatzen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] euch (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (v) sich (v)
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] sich (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] sich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] sich (o) [wederkerend voornaamwoord]

NL DE Vertalingen voor verspreiden

verspreiden (v) [ruiken] abgeben (v) [ruiken]
verspreiden (v) [to cause to separate] zerstreuen (v) [to cause to separate]
verspreiden (v) [uitspreiden] zerstreuen (v) [uitspreiden]
verspreiden (v) [verstrooien] zerstreuen (v) [verstrooien]
verspreiden (n) [(intransitive) to take up a larger area, expand] ausbreiten (n) [(intransitive) to take up a larger area, expand]
verspreiden (v) [to scatter or spread] verteilen (v) [to scatter or spread]
verspreiden (n) [to stretch out, expand] verteilen (n) [to stretch out, expand]
verspreiden (v) [gerucht] ausposaunen (v) [gerucht]
verspreiden (v) [gerucht] austrompeten (v) [gerucht]
verspreiden (n) [(transitive) to disseminate, make known or present] verbreiten (n) [(transitive) to disseminate, make known or present]