Zoek woord zich uit de slag trekken heeft 4 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
zich uit de slag trekken (v) [budget] (Belgium) auskommen (v) [budget]
zich uit de slag trekken (v) [moeilijkheid] (Belgium) auskommen (v) [moeilijkheid]
zich uit de slag trekken (v) [budget] (Belgium) zurechtkommen (v) [budget]
zich uit de slag trekken (v) [moeilijkheid] (Belgium) zurechtkommen (v) [moeilijkheid]

NL DE Vertalingen voor zich

zich selbst
zich (n v) [to make a mistake in one’s lines] versprechen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
zich (n v) [put on clothes] anziehen (n v) [put on clothes]
zich (v) [establish financial position] festigen (v) [establish financial position]
zich (n v) [to make a mistake in one’s lines] verpatzen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] euch (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (v) sich (v)
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] sich (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] sich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] sich (o) [wederkerend voornaamwoord]

NL DE Vertalingen voor uit

uit (o) [reden] wegen (o) [reden]
uit (o) [reden] durch (o) [reden]
uit (o) [oorsprong] von (o) [oorsprong]
uit (o) [plaats] von (o) [plaats]
uit (prep) [with the origin, starting point or initial reference of or at] von (prep) [with the origin, starting point or initial reference of or at]
uit (prep) [with the source or provenance of or at] von (prep) [with the source or provenance of or at]
uit (n) aus (n)
uit (o) [oorsprong] aus (o) [oorsprong]
uit (o) [plaats] aus (o) [plaats]
uit (o) [reden] aus (o) [reden]

NL DE Vertalingen voor de

de (article adv) [article] das (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] das (o) [bepaald lidwoord]
de (adj v) [permitted to] fähig (adj v) [permitted to]
de (article adv) [article] der (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] der (o) [bepaald lidwoord]
de (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] der (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
de (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] der (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
de (article adv) [article] die (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] die (o) [bepaald lidwoord]
de (pronoun determiner) [the individual or group spoken/written to] du (pronoun determiner) [the individual or group spoken/written to]

NL DE Vertalingen voor slag

slag (n v) [a battle; a fight; a struggle for victory] {m} Kampf (n v) {m} [a battle; a fight; a struggle for victory]
slag (n) [militair] {m} Kampf (n) {m} [militair]
slag (n v adv int) [A strike upon an object causing such a noise] {m} Schlag (n v adv int) {m} [A strike upon an object causing such a noise]
slag (v n) [act of striking or hitting] {m} Schlag (v n) {m} [act of striking or hitting]
slag (n) [algemeen] {m} Schlag (n) {m} [algemeen]
slag (n) [beweging] {m} Schlag (n) {m} [beweging]
slag (n) [geluid] {m} Schlag (n) {m} [geluid]
slag (n) [gevecht] {m} Schlag (n) {m} [gevecht]
slag (n v) [golf: single act of striking the ball] {m} Schlag (n v) {m} [golf: single act of striking the ball]
slag (n v) [particular style of swimming] {m} Schlag (n v) {m} [particular style of swimming]

NL DE Vertalingen voor trekken

trekken (v) [aandacht] {n} erregen (v) [aandacht]
trekken (v) [geld] {n} beziehen (v) [geld]
trekken (v) [tandheelkunde] {n} extrahieren (v) [tandheelkunde]
trekken (v) [tandheelkunde] {n} herausziehen (v) [tandheelkunde]
trekken (v n) [to pull out] {n} herausziehen (v n) [to pull out]
trekken (v) {n} malen (v)
trekken (v) [algemeen] {n} zerren (v) [algemeen]
trekken (n v) [to pull with great effort] {n} zerren (n v) [to pull with great effort]
trekken (v) {n} ziehen (v)
trekken (v) [algemeen] {n} ziehen (v) [algemeen]