zich opwinden vertaling - Nederlands Duits vertaling voor zich opwinden

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / Z / zich opwinden

Zoek woord zich opwinden heeft 13 resultaten

Ga naar Nederlands » Duits

NL	Nederlands	DE	Duits
	zich opwinden		aufregen
	zich opwinden		erregen
	zich opwinden (v) [gedrag]		ärgerlich werden (v) [gedrag]
	zich opwinden		ärgern (sich)
	zich opwinden (v) [gedrag]		böse werden (v) [gedrag]

NL	Nederlands	DE	Duits
	zich opwinden (v) [gedrag]		sich ärgern (v) [gedrag]
	zich opwinden (v) [emotioneel gedrag]		sich aufregen (v) [emotioneel gedrag]
	zich opwinden (v) [gedrag]		sich aufregen (v) [gedrag]
	zich opwinden (v) [emotioneel gedrag]		sich erregen (v) [emotioneel gedrag]
	zich opwinden		ärgern (sich)
	zich opwinden		aufregen (sich)
	zich opwinden		aufregen (sich)
	zich opwinden		erregen (sich)

NL DE Vertalingen voor zich

	zich		selbst
	zich (n v) [to make a mistake in one’s lines]		versprechen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
	zich (n v) [put on clothes]		anziehen (n v) [put on clothes]
	zich (v) [establish financial position]		festigen (v) [establish financial position]
	zich (n v) [to make a mistake in one’s lines]		verpatzen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
	zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]		euch (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
	zich (v)		sich (v)
	zich (o) [wederkerend vnw. - enk.]		sich (o) [wederkerend vnw. - enk.]
	zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]		sich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
	zich (o) [wederkerend voornaamwoord]		sich (o) [wederkerend voornaamwoord]

NL DE Vertalingen voor opwinden

	opwinden (v) [gevoelens] opgewonden windt op winden op wond op wonden op		anregen (v) [gevoelens] angeregt regen an regst an regten an regtest an reg(e) an
	opwinden (v) [gevoelens] opgewonden windt op winden op wond op wonden op		aufregen (v) [gevoelens] aufgeregt regen auf regst auf regten auf regtest auf rege auf
	opwinden (v) [gevoelens] opgewonden windt op winden op wond op wonden op		erregen (v) [gevoelens] erregt erregen erregst erregtest erregten erreg(e)
	opwinden (v n) [suddenly excite someone, or to give someone great pleasure; to electrify] opgewonden windt op winden op wond op wonden op		erregen (v n) [suddenly excite someone, or to give someone great pleasure; to electrify] erregt erregen erregst erregtest erregten erreg(e)
	opwinden (v) [to stir the emotions of] opgewonden windt op winden op wond op wonden op		erregen (v) [to stir the emotions of] erregt erregen erregst erregtest erregten erreg(e)
	opwinden (v) [horloge] opgewonden windt op winden op wond op wonden op		aufziehen (v) [horloge] aufgezogen ziehst auf ziehen auf zogen auf zogst auf ziehe auf
	opwinden (n v) [tighten a clockwork mechanism] opgewonden windt op winden op wond op wonden op		aufziehen (n v) [tighten a clockwork mechanism] aufgezogen ziehst auf ziehen auf zogen auf zogst auf ziehe auf
	opwinden (v n) [suddenly excite someone, or to give someone great pleasure; to electrify] opgewonden windt op winden op wond op wonden op		begeistern (v n) [suddenly excite someone, or to give someone great pleasure; to electrify] begeistert begeisterst begeistern begeistertest begeisterten begeist(e)re
	opwinden (v) [boos maken]		jemanden aufregen (v) [boos maken]
	opwinden (v) [boos maken]		jemanden reizen (v) [boos maken]