Zoek woord erregen (sich) heeft eén resultaat
Ga naar
DE Duits NL Nederlands
erregen (sich) [gefühlsbetontes Benehmen] zich opwinden [gefühlsbetontes Benehmen]

DE NL Vertalingen voor erregen

erregen [aktivieren] activeren {n} [aktivieren]
erregen (v) [aktivieren] activeren (v) {n} [aktivieren]
erregen [Gefühle] stimuleren [Gefühle]
erregen (v) [Gefühle] stimuleren (v) [Gefühle]
erregen [aktivieren] stimuleren [aktivieren]
erregen (v) [aktivieren] stimuleren (v) [aktivieren]
erregen (v) [to arouse or bring out (eg feelings); to stimulate] stimuleren (v) [to arouse or bring out (eg feelings); to stimulate]
erregen [Gefühle] aanwakkeren [Gefühle]
erregen (v) [Gefühle] aanwakkeren (v) [Gefühle]
erregen [aktivieren] aanwakkeren [aktivieren]

DE NL Vertalingen voor sich

sich (o) [Reflexivpronomen - sing.] zich (o) [Reflexivpronomen - sing.]
sich (o) [Reflexivpronomen - sing. - höflich] zich (o) [Reflexivpronomen - sing. - höflich]
sich (o) [Reflexivpronomen - pl. - höflich] zich (o) [Reflexivpronomen - pl. - höflich]
sich (o) [Reflexivpronomen] zich (o) [Reflexivpronomen]
sich (v) [Reflexivpronomen] zich (v) [Reflexivpronomen]
sich (v) [take action with respect to (someone or something)] behandelen (v) [take action with respect to (someone or something)]
sich (v n) [to pass from here to there; to transmit] verplaatsen (v n) [to pass from here to there; to transmit]
sich (v) [to hide (something)] wegrennen (v) [to hide (something)]
sich [allgemein] je [allgemein]
sich [allgemein] jij [allgemein]