Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / W / wiederholen

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor wiederholen

Zoek woord wiederholen heeft 27 resultaten
Ga naar Duits » Nederlands
DE Duits NL Nederlands
wiederholen (v) [zweite] herhalen (v) [zweite]
wiederholen (v) [Studieren] herhalen (v) [Studieren]
wiederholen (v) [Wörter] herhalen (v) [Wörter]
wiederholen [Wörter] opnieuw zeggen [Wörter]
wiederholen (v n) [do or say again] wederhalen (v n) [do or say again] (v n)
DE Duits NL Nederlands
wiederholen (v n) [do or say again] herzeggen (v n) [do or say again]
wiederholen (v n) [do or say again] herdoen (v n) [do or say again]
wiederholen (n v) [to repeat back what another has just said] echoën (n v) [to repeat back what another has just said]
wiederholen (v) [Ereignis] zich herhalen (v) [Ereignis]
wiederholen (v) [Wörter] itereren (v) [Wörter] (formal)
wiederholen [Wörter] itereren [Wörter] (formal)
wiederholen (v) [Ereignis] terugkeren (v) {n} [Ereignis]
wiederholen (v) [allgemein] navertellen (v) [allgemein]
wiederholen [allgemein] navertellen [allgemein]
wiederholen (v) [allgemein] opnieuw vertellen (v) [allgemein]
wiederholen [allgemein] opnieuw vertellen [allgemein]
wiederholen (v) [Wörter] opnieuw zeggen (v) [Wörter]
wiederholen [Theater] instuderen [Theater]
wiederholen (v) [Ereignis] terugkomen (v) [Ereignis]
wiederholen (v n) [do or say again] herhalen (v n) [do or say again]
wiederholen [Wörter] herhalen [Wörter]
wiederholen [Studieren] herhalen [Studieren]
wiederholen (v) [Theater] repeteren (v) [Theater]
wiederholen [Theater] repeteren [Theater]
wiederholen (v) [Studieren] repeteren (v) [Studieren]
wiederholen [Studieren] repeteren [Studieren]
wiederholen (v) [Theater] instuderen (v) [Theater]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor wiederholen NL Vertalingen
beleuchten [wieder aufnehmen] oplichten
aufwärmen [wieder aufnehmen] opnieuw gebruiken
aufrollen [wieder aufnehmen] oprollen
wiederkäuen [wieder aufnehmen] herkauwen
aufwickeln [wieder aufnehmen] wikkelen
auffrischen [wieder aufnehmen] trimmen
aufwühlen [wieder aufnehmen] woelen
aufrühren [wieder aufnehmen] weer naar voren brengen
nehmen [holen] onderscheppen
organisieren [holen] arrangeren
holen [holen] halen
abheben [holen] opnemen {n}
mitnehmen [holen] meenemen
festnehmen [holen] oppakken
heranziehen [holen] dichterbij brengen
beibringen [holen] bijbrengen
anschaffen [holen] halen
wiedergeben [gleichtun] vertolken
imitieren [gleichtun] imiteren
reproduzieren [gleichtun] reproduceren