opnieuw vertellen vertaling - Nederlands Duits vertaling voor opnieuw vertellen

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / O / opnieuw vertellen

Zoek woord opnieuw vertellen heeft 2 resultaten

Ga naar

NL	Nederlands	DE	Duits
	opnieuw vertellen (v) [algemeen]		wiederholen (v) [algemeen]
	opnieuw vertellen (v) [algemeen]		nochmals erzählen (v) [algemeen]

NL DE Vertalingen voor opnieuw

	opnieuw (o) [nog eens]		abermals (o) [nog eens]
	opnieuw (adv prep) [another time]		noch einmal (adv prep) [another time]
	opnieuw (o) [nog eens]		noch einmal (o) [nog eens]
	opnieuw (o) [nog eens]		nochmals (o) [nog eens]
	opnieuw (o) [nog eens]		von neuem (o) [nog eens]
	opnieuw (adv prep) [another time]		wieder (adv prep) [another time]
	opnieuw (o) [nog eens]		wieder (o) [nog eens]
	opnieuw (adv prep) [another time]		erneut (adv prep) [another time]
	opnieuw (adv prep) [another time]		nochmal (adv prep) [another time]
	opnieuw (adv prep) [another time]		schon wieder (adv prep) [another time]

NL DE Vertalingen voor vertellen

	vertellen (v) [verhaal] verteld vertelt vertellen vertelde vertelden		beschreiben (v) [verhaal] beschrieben beschreiben beschreibst beschrieben beschriebst beschreib(e)
	vertellen (v) [verhaal] verteld vertelt vertellen vertelde vertelden		mitteilen (v) [verhaal] mitgeteilt teilen mit teilst mit teilten mit teiltest mit teil(e) mit
	vertellen (v) [informatie] verteld vertelt vertellen vertelde vertelden		sagen (v) [informatie] gesagt sagen sagst sagtest sagten sag(e)
	vertellen (v n) [to pass information] verteld vertelt vertellen vertelde vertelden		sagen (v n) [to pass information] gesagt sagen sagst sagtest sagten sag(e)
	vertellen (v n) [to pass information] verteld vertelt vertellen vertelde vertelden		erzählen (v n) [to pass information] erzählt erzählst erzählen erzählten erzähltest erzähl(e)
	vertellen (v) [verhaal] verteld vertelt vertellen vertelde vertelden		erzählen (v) [verhaal] erzählt erzählst erzählen erzählten erzähltest erzähl(e)
	vertellen verteld vertelt vertellen vertelde vertelden		verrechnen (sich) verrechnet verrechnest verrechnen verrechnetest verrechneten verrechne
	vertellen (v) [wiskunde]		sich verrechnen (v) [wiskunde]
	vertellen		verrechnen (sich)