Zoek woord wieder aufleben lassen heeft 4 resultaten
Ga naar
DE Duits NL Nederlands
wieder aufleben lassen [allgemein] aanwakkeren [allgemein]
wieder aufleben lassen (v) [allgemein] aanwakkeren (v) [allgemein]
wieder aufleben lassen [Gewohnheit] opnieuw invoeren [Gewohnheit]
wieder aufleben lassen (v) [Gewohnheit] opnieuw invoeren (v) [Gewohnheit]

DE NL Vertalingen voor wieder

wieder (adv prep) [another time] opnieuw (adv prep) [another time]
wieder [nochmals] opnieuw [nochmals]
wieder (o) [nochmals] opnieuw (o) [nochmals]
wieder [von neuem] opnieuw [von neuem]
wieder (o) [von neuem] opnieuw (o) [von neuem]
wieder [nochmals] nog eens [nochmals]
wieder (o) [nochmals] nog eens (o) [nochmals]
wieder [von neuem] nog eens [von neuem]
wieder (o) [von neuem] nog eens (o) [von neuem]
wieder [von neuem] andermaal [von neuem]

DE NL Vertalingen voor aufleben

aufleben [Person] opfleuren [Person]
aufleben (v) [Person] opfleuren (v) [Person]
aufleben [Person] opmonteren [Person]
aufleben (v) [Person] opmonteren (v) [Person]

DE NL Vertalingen voor lassen

lassen (v) [etwas nicht tun] laten (v) [etwas nicht tun]
lassen (v) [Stück] laten (v) [Stück]
lassen (v) laten (v)
lassen (v) [Mathematik] stellen (v) [Mathematik]
lassen (v) [Mathematik] veronderstellen (v) [Mathematik]
lassen [Mathematik] onderstellen [Mathematik]
lassen (v) [Mathematik] onderstellen (v) [Mathematik]
lassen [Mathematik] geven [Mathematik]
lassen (v) [Mathematik] geven (v) [Mathematik]
lassen (v) [Erlaubnis] toelaten (v) [Erlaubnis]