Zoek woord van de hoogste graad heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
van de hoogste graad (a) [kwaliteit] einmalig gut (a) [kwaliteit]
van de hoogste graad (a) [kwaliteit] unübertrefflich (a) [kwaliteit]

NL DE Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] zu (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] für (o) [algemeen]
van (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of] vor (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of]
van (v prep) [be the property of] gehören (v prep) [be the property of]
van (o) [boeken] durch (o) [boeken]
van (n) von (n)
van (o) [bezit] von (o) [bezit]
van (o) [boeken] von (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] von (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] von (o) [plaats]

NL DE Vertalingen voor de

de (article adv) [article] das (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] das (o) [bepaald lidwoord]
de (adj v) [permitted to] fähig (adj v) [permitted to]
de (article adv) [article] der (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] der (o) [bepaald lidwoord]
de (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] der (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
de (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] der (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
de (article adv) [article] die (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] die (o) [bepaald lidwoord]
de (pronoun determiner) [the individual or group spoken/written to] du (pronoun determiner) [the individual or group spoken/written to]

NL DE Vertalingen voor hoogste

hoogste (a) [positie] höchst (a) [positie]
hoogste (a) [belangrijkheid] oberste (a) [belangrijkheid]

NL DE Vertalingen voor graad

graad (n) [amount, proportion, extent] {m} Ausmaß (n) {n} [amount, proportion, extent]
graad (n) [amount, proportion, extent] {m} Umfang (n) {m} [amount, proportion, extent]
graad (n) [scholen - universiteiten] {m} Rang (n) {m} [scholen - universiteiten]
graad (n) {m} Grad (n) {m}
graad (n) [algemeen] {m} Grad (n) {m} [algemeen]
graad (n) [amount, proportion, extent] {m} Grad (n) {m} [amount, proportion, extent]
graad (n) [geometrie] {m} Grad (n) {m} [geometrie]
graad (n) [in geometry: unit of angle] {m} Grad (n) {m} [in geometry: unit of angle]
graad (n) [mate] {m} Grad (n) {m} [mate]
graad (n) [scholen - universiteiten] {m} Grad (n) {m} [scholen - universiteiten]