Zoek woord uitdelen heeft 8 resultaten
NL | Nederlands | DE | Duits | |
| uitdelen (v n) [To , , or put out] - uitgedeeld
- deelt uit
- delen uit
- deelde uit
- deelden uit
| | ausgeben (v n) [To , , or put out] - ausgegeben
- gibst aus
- geben aus
- gaben aus
- gabst aus
- gib aus
| |
| uitdelen (v n) [To , , or put out] - uitgedeeld
- deelt uit
- delen uit
- deelde uit
- deelden uit
| | verteilen (v n) [To , , or put out] - verteilt
- verteilen
- verteilst
- verteiltest
- verteilten
- verteil(e)
| |
| uitdelen (v) [distribueren] - uitgedeeld
- deelt uit
- delen uit
- deelde uit
- deelden uit
| | verteilen (v) [distribueren] - verteilt
- verteilen
- verteilst
- verteiltest
- verteilten
- verteil(e)
| |
| uitdelen (n v adj) [give out as one’s portion or share] - uitgedeeld
- deelt uit
- delen uit
- deelde uit
- deelden uit
| | verteilen (n v adj) [give out as one’s portion or share] - verteilt
- verteilen
- verteilst
- verteiltest
- verteilten
- verteil(e)
| |
| uitdelen (v) [distribueren] - uitgedeeld
- deelt uit
- delen uit
- deelde uit
- deelden uit
| | vertreiben (v) [distribueren] - vertrieben
- vertreiben
- vertreibst
- vertriebst
- vertrieben
- vertreib(e)
| |
NL | Nederlands | DE | Duits | |
| uitdelen (v n) [To , , or put out] - uitgedeeld
- deelt uit
- delen uit
- deelde uit
- deelden uit
| | austeilen (v n) [To , , or put out] - ausgeteilt
- teilen aus
- teilst aus
- teiltest aus
- teilten aus
- teil(e) aus
| |
| uitdelen (n v adj) [give out as one’s portion or share] - uitgedeeld
- deelt uit
- delen uit
- deelde uit
- deelden uit
| | austeilen (n v adj) [give out as one’s portion or share] - ausgeteilt
- teilen aus
- teilst aus
- teiltest aus
- teilten aus
- teil(e) aus
| |
| uitdelen (v) [voorwerpen] - uitgedeeld
- deelt uit
- delen uit
- deelde uit
- deelden uit
| | austeilen (v) [voorwerpen] - ausgeteilt
- teilen aus
- teilst aus
- teiltest aus
- teilten aus
- teil(e) aus
| |