Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / S / stark genug sein, um mit etwas fertig zu werden

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor stark genug sein, um mit etwas fertig zu werden

Zoek woord stark genug sein, um mit etwas fertig zu werden heeft 6 resultaten
Ga naar Duits » Nederlands
DE Duits NL Nederlands
stark genug sein, um mit etwas fertig zu werden (v) [Situation] tegen kunnen (v) [Situation]

DE NL Vertalingen voor stark

stark [Gegenstände] robuust [Gegenstände]
stark (a) [Gegenstände] robuust (a) [Gegenstände]
stark [Körper] robuust [Körper]
stark (a) [Körper] robuust (a) [Körper]
stark [Leute] robuust [Leute]
stark (a) [Leute] robuust (a) [Leute]
stark [Gefühl] diep [Gefühl]
stark (a) [Gefühl] diep (a) [Gefühl]
stark [allgemein] atletisch [allgemein]
stark (a) [allgemein] atletisch (a) [allgemein]

DE NL Vertalingen voor genug

genug [Menge] voldoende [Menge]
genug (a) [Menge] voldoende (a) [Menge]
genug (o) [Menge] voldoende (o) [Menge]
genug (determiner adv pronoun int) [sufficient] voldoende (determiner adv pronoun int) [sufficient]
genug [Menge] genoeg [Menge]
genug (a) [Menge] genoeg (a) [Menge]
genug (o) [Menge] genoeg (o) [Menge]
genug (determiner adv pronoun int) [a sufficient or adequate number, amount, etc] genoeg (determiner adv pronoun int) [a sufficient or adequate number, amount, etc]
genug (determiner adv pronoun int) [sufficient] genoeg (determiner adv pronoun int) [sufficient]
genug (determiner adv pronoun int) [sufficiently] genoeg (determiner adv pronoun int) [sufficiently]

DE NL Vertalingen voor sein

Sein (n) [the state of being, existing, or occurring] {n} voorkomen (n) {n} [the state of being, existing, or occurring]
Sein [Leben] {n} zijn {n} [Leben]
Sein (n) [Leben] {n} zijn (n) {n} [Leben]
Sein [Leben] {n} bestaan {n} [Leben]
Sein (n) [Leben] {n} bestaan (n) {n} [Leben]
Sein (n) [the state of being, existing, or occurring] {n} bestaan (n) {n} [the state of being, existing, or occurring]
Sein (n conj) [the state or fact of existence] {n} bestaan (n conj) {n} [the state or fact of existence]
Sein [Leben] {n} leven {n} [Leben]
Sein (n) [Leben] {n} leven (n) {n} [Leben]

DE NL Vertalingen voor um

um (prep) [approximately, about] circa (prep) [approximately, about]
um (adv prep adj n v) [finished] op (adv prep adj n v) [finished]
um [Preis] voor {m} [Preis]
um (o) [Preis] voor (o) {m} [Preis]
um (adv) [in order that] zodat (adv) [in order that]
um (conj adv adj int n) [in order that] zodat (conj adv adj int n) [in order that]
um (prep adv adj n) [steady progression] per (prep adv adj n) [steady progression]
um [Preis] tegen [Preis]
um (o) [Preis] tegen (o) [Preis]
um [Zeit] tegen [Zeit]

DE NL Vertalingen voor mit

mit (n) met (n)
mit (o) [Multiplikation] met (o) [Multiplikation]
mit (o) [im gleichen Tempo wie] met (o) [im gleichen Tempo wie]
mit (o) [allgemein] met (o) [allgemein]
mit (o) [Mittel] met (o) [Mittel]
mit (o) [im Fall von] met (o) [im Fall von]
mit (o) [Lage] met (o) [Lage]
mit (o) [Eigenschaft] met (o) [Eigenschaft]
mit (prep) [in support of] bij (prep) {m} [in support of]
mit (prep adv adj n) [indicates a means] door (prep adv adj n) [indicates a means]

DE NL Vertalingen voor etwas

etwas [allgemein] net {n} [allgemein]
etwas (o) [allgemein] net (o) {n} [allgemein]
etwas [allgemein] nauwelijks [allgemein]
etwas (o) [allgemein] nauwelijks (o) [allgemein]
etwas [allgemein] amper [allgemein]
etwas (o) [allgemein] amper (o) [allgemein]
etwas [allgemein] ternauwernood [allgemein]
etwas (o) [allgemein] ternauwernood (o) [allgemein]
etwas [Grad] wat [Grad]
etwas (o) [Grad] wat (o) [Grad]

DE NL Vertalingen voor fertig

fertig (adj) [very tired; exhausted] uitgeput (adj) [very tired; exhausted]
fertig [Bereitschaft] klaar [Bereitschaft]
fertig (a) [Bereitschaft] klaar (a) [Bereitschaft]
fertig [abgeschlossen] klaar [abgeschlossen]
fertig (a) [abgeschlossen] klaar (a) [abgeschlossen]
fertig [beendet] klaar [beendet]
fertig (a) [beendet] klaar (a) [beendet]
fertig (v n adj) [ready, prepared] klaar (v n adj) [ready, prepared]
fertig [abgeschlossen] voltooid [abgeschlossen]
fertig (a) [abgeschlossen] voltooid (a) [abgeschlossen]

DE NL Vertalingen voor zu

zu (n) [in Richtung auf] te (n) [in Richtung auf]
zu (o) [Grad] te (o) [Grad]
zu [Grad] te [Grad]
zu (particle prep adv) [infinitive-marker] te (particle prep adv) [infinitive-marker]
zu (adv) [more than enough; ''as too much''] te (adv) [more than enough; ''as too much'']
zu [Grad] te zeer [Grad]
zu (o) [Grad] te zeer (o) [Grad]
zu [Richtung] naar [Richtung]
zu (o) [Richtung] naar (o) [Richtung]
zu (prep adj) [in the direction of] naar (prep adj) [in the direction of]

DE NL Vertalingen voor werden

werden (n) [geschehen] worden (n) {n} [geschehen]
werden (n) [geschehen] zullen (n) [geschehen]
werden (n) [geschehen] gaan (n) [geschehen]
werden (v) [Zukunft] zullen (v) [Zukunft]
werden (v) [Hilfsverb] zullen (v) [Hilfsverb]
werden (n) worden (n) {n}
werden (v) [allgemein] worden (v) {n} [allgemein]
werden (n) [entstehen] worden (n) {n} [entstehen]
werden (v) [entwickeln] worden (v) {n} [entwickeln]
werden (v n) [become] worden (v n) {n} [become]